Update recente uitspraken Reclame Code Commissie – februari 2025
Update recente uitspraken Reclame Code Commissie
In deze blog praten we jullie bij over enkele interessante uitspraken van de Reclame Code Commissie (“RCC”) van de afgelopen maanden. De uitspraken betreffen verschillende onderwerpen op het gebied van media, telecommunicatie en duurzaamheid.
Sneller klimaatneutraal?
In een uitspraak van 9 januari 2025 heeft de RCC een klacht met betrekking tot de uiting “Sneller klimaatneutraal – We doen het nu” van een energieleverancier in een e-mailbericht afgewezen.
Met de uiting “we doen het nu” als vervolg op “sneller klimaatneutraal” zou volgens klager de indruk gewekt worden dat het niet gaat om een duurzaamheidsambitie, maar om iets wat nu al gerealiseerd is. Deze toezegging is niet verifieerbaar en niet duidelijk is wie of wat ‘sneller klimaatneutraal’ is. Klager legt ook een publicatie van de Autoriteit Consument en Markt (“ACM”) over, waaruit zou blijken dat de energieleverancier na actie van de ACM zou stoppen met de claim ‘sneller klimaatneutraal’.
De RCC stelt dat uit de gehele uiting duidelijk op te maken is dat het gaat om een streven van de adverteerder om zelf sneller klimaatneutraal te worden. De woorden impliceren verder geen voltooid resultaat, maar wijzen op een proces dat in gang is gezet. Dit wordt verder verduidelijkt door de tekst onder de banner: “Klimaatneutraal in 2035. We doen het nu.” Hoewel deze tekst in een kleiner lettertype staat, is deze voldoende leesbaar en biedt deze de consument extra informatie over de ambitie van de adverteerder en de beoogde termijn. De consument zal hierdoor niet in verwarring raken over het feit dat het een ambitie betreft en zal ook niet in de veronderstelling zijn dat adverteerder nu al klimaatneutraal is, aldus de RCC. De RCC besluit zodoende tot afwijzing van de klacht.
In verband met de publicatie van de ACM brengt de adverteerder naar voren dat zij met de ACM heeft afgesproken om de bestreden claim uit te faseren, maar dat de duur van de uitfasering verschilt per type kanaal. De RCC gaat hier verder niet op in.
“Reclamevrij” streamen
In een uitspraak van 9 december 2024 oordeelde de RCC dat de uiting “reclamevrij” bij de aangeboden premium versie van een streamingdienst misleidend is.
Klager kreeg na aanschaf van deze dienst, tijdens het terugkijken van een programma, reclame te zien. Toen klager hierover contact opnam met de adverteerder bleek dat sommige programma’s onder de categorie ‘replay’ vallen in plaats van ‘on demand’ en dat deze ‘replay’ programma’s de originele reclameblokken bevatten.
Uit de bestreden uiting blijkt niet dat er een onderscheid gemaakt wordt tussen on demand en replay terugkijken, en dat deze laatste manier van terugkijken reclame bevat. Dit is essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit over een transactie te nemen, aldus de RCC.
De RCC acht de bestreden uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 8.3 aanhef en onder c en artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code (“NRC”), en beveelt adverteerder aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken. Adverteerder heeft in haar verweer al aangegeven stappen te nemen om de informatie op de website (op korte termijn) verder te verduidelijken.
Slim elektrisch fietsen?
In een uitspraak van 5 december 2024 heeft de RCC geoordeeld dat de uiting “slim vooruit”, om elektrisch fietsen te adverteren in een krantenadvertentie, niet onjuist of misleidend is.
Met de uiting “slim vooruit” wordt volgens klager gesuggereerd dat elektrisch fietsen altijd slim zou zijn. Deze suggestie is volgens klager onjuist; zo zou elektrisch fietsen onder meer slechter zijn voor de gezondheid, een bijdrage leveren aan oplopende zorgkosten en wordt hiervoor gebruik gemaakt van kostbare grondstoffen.
Volgens de RCC blijkt uit de uiting niet dat “slim” ziet op gezondheidsvoordelen of de milieuaspecten van elektrisch fietsen. Met de advertentie wordt volgens de RCC niet gesuggereerd dat elektrisch fietsen in het algemeen beter voor de gezondheid, dan wel het milieu, zou zijn dan fietsen met een niet-elektrische fiets. Zij acht het voorts aannemelijk dat veel consumenten de term ‘slim’ eerder zullen opvatten als een “innovatieve en praktische keuze” van vervoer. De RCC acht de klacht ongegrond en wijst deze af.
Geen toereikend bewijs dat vlees- en zuivelindustrie “in balans met natuur en milieu” is
In een uitspraak van 5 december 2024 oordeelde de RCC dat de mededeling, dat de vlees-en zuivelindustrie “in balans met natuur en milieu” is, in strijd is me artikel 4 van de Code voor Duurzaamheidsreclame (“CDR”).
De reclame-uiting betreft een campagneposter met de vetgedrukte kop “Gezond en betaalbaar”. Hieronder is een stuk vlees afgebeeld met daarbij de volgende teksten:
“eerlijke prijs voor jou; in balans met natuur en milieu; eerlijke prijs voor de boer”.
Hieronder staat de volgende tekst:
“Beste burgers van Nederland,
Het voortbestaan van boeren en tuinders in Nederland staat op het spel. Dat raakt ons recht in het hart! Want een gezonde toekomst voor de agrarische sector is een gezonde toekomst voor Nederland met gezond, betaalbaar en vers voedsel, maar ook een groen buitengebied. Daarom is het belangrijk dat we onze handen ineen slaan en elkaar juist informeren over het belang van gezond en betaalbaar eten uit Nederland met voldoende perspectief voor boeren en tuinders.”
Het eerste bezwaar van klager is dat de mededeling “Het voortbestaan van boeren en tuinders in Nederland staat op het spel” niet aantoonbaar juist is. De gemiddelde consument zal deze mededeling, gelet op de totale context van de uiting, volgens de RCC echter beschouwen als een “eenzijdige weergave” van het standpunt dat het belangrijk is dat boeren en tuinders een toekomstperspectief hebben in Nederland. Adverteerder heeft bovendien, naar oordeel van de RCC, voldoende aannemelijk gemaakt dat boeren en tuinders te maken hebben met uitdagingen. Dit klachtonderdeel wordt dus afgewezen.
De mededeling “in balans met natuur en milieu” moet worden aangemerkt als ‘duurzaamheidsclaim’ in de zin van artikel 1 van de CDR. Nu er “geen enkele nuance of voorbehoud” bij de claim wordt gemaakt, wordt volgens de RCC de indruk gewekt dat het voedsel van boeren en tuinders in Nederland in balans is met natuur en milieu en daarmee geen negatieve impact heeft op de natuur en het milieu. Daarmee heeft de claim een absoluut karakter en daarom worden zwaardere eisen aan het bewijsmateriaal gesteld.
Adverteerder heeft ter onderbouwing van haar verweer verwezen naar diverse innovaties en uiteengezet dat de CO2-uitstoot van varkensvlees en zuivel de afgelopen jaren flink is gedaald. Dat er door boeren en tuinders stappen gezet worden op het gebied van verduurzaming maakt volgens de RCC echter niet dat er in absolute zin kan worden gesteld dat het voedsel van Nederlandse boeren en tuinders “in balans met natuur en milieu” is.
Omdat de adverteerder geen toereikend bewijs heeft geleverd om de juistheid van deze (absoluut verwoorde) duurzaamheidsclaim aan te tonen, acht de RCC de bestreden uiting in strijd met artikel 4 CDR. De RCC beveelt aan om niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Glasvezel toch niet “binnenkort beschikbaar”
In een uitspraak van 3 december 2024 heeft de RCC geoordeeld dat de uiting op de website van een telecomprovider dat er “binnenkort” glasvezel beschikbaar is op het adres van een klant misleidend is.
De klacht betreft een uiting op de website van de telecomaanbieder, waar klanten kunnen checken of en wanneer glasvezel beschikbaar wordt op hun adres. Volgens klager wordt al bijna een jaar aangegeven dat glasvezel “binnenkort beschikbaar” is op zijn adres. Hierover heeft klager navraag gedaan bij de adverteerder en te horen gekregen dat de verwachte opleverdatum van glasvezel meerdere keren is opgeschoven en met geluk in februari 2025 beschikbaar is op zijn adres. Dit is volgens klager niet “binnenkort” en daarmee misleidend.
De RCC overweegt dat uit een reclame-uiting duidelijk moet blijken wat het aanbod inhoudt, om te voorkomen dat de gemiddelde consument op het verkeerde been wordt gezet. De gemiddelde consument zal er door de uiting vanuit gaan dat glasvezel binnen een kort tijdsbestek beschikbaar zal zijn op het ingevoerde adres. Echter is gebleken dat er vertraging kan optreden in de planning, zoals bij het adres van klager het geval is, waardoor glasvezel op dit adres pas op een later moment beschikbaar komt. Dit maakt dat de bestreden reclame-uiting gepaard gaat met onjuiste informatie als bedoeld in artikel 8.2, aanhef, NRC, en kan deze de gemiddelde consument bovendien ertoe brengen een besluit over een transactie te nemen dat hij anders niet had genomen. Daarom is de uiting misleidend en oneerlijk in de zin van artikel 7 NRC, aldus de RCC.
Omdat de adverteerder de uiting inmiddels heeft aangepast, besluit de RCC een aanbeveling achterwege te laten.
Vragen over deze onderwerpen? Neem graag contact op met Machteld Robichon, Bente van Kan of Lisa Uppelschoten.
Met dank aan Julia Midderham