Een (alweer) belangrijke uitspraak voor het demonstratierecht

Nienke de Bruijn
15 mrt 2024

De Tweede Kamer wil een “fundamenteel debat” over het demonstratierecht voeren. Tijdens de formatie is de rechtsstaat centraal komen te staan. Opmerkelijk is dat een meerderheid van de Tweede Kamer met dit debat het demonstratierecht lijkt te willen inperken. Daarmee wordt de rechtsstaat juist tekort gedaan.

Het demonstratierecht wordt beschermd door artikel 10 en 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Deze artikelen waarborgen respectievelijk de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering en vereniging.

Het fundamentele karakter van het demonstratierecht blijkt treffend uit een arrest van het hof Den Haag, eerder deze week. De zaak gaat over de beschadiging van het schilderij ‘Meisje met de parel’. Ondanks dat de acties in beginsel een straf rechtvaardigen, ziet het hof af van een strafoplegging. Daarbij toetst het hof of strafoplegging een chilling effect (ontmoedigend effect) kan veroorzaken.

In onze rechtstaat is het van groot belang dat dit chilling effect in acht wordt genomen. Het beginsel houdt in dat mensen zichzelf kunnen censureren of terughoudend kunnen zijn bij het uiten van hun meningen of bij deelname aan vreedzame bijeenkomsten uit angst voor negatieve repercussies, zoals juridische vervolging of sociale veroordeling. Dit kan de vrije uitwisseling van ideeën en het vreedzaam protesteren belemmeren.

Het hof hanteert in de uitspraak terecht het uitgangspunt dat het strafrechtelijk optreden niet zo ingrijpend mag zijn dat het een chilling effect veroorzaakt. Met andere woorden, de strafmaat mag niet dusdanig afschrikwekkend zijn dat het mensen ontmoedigt  hun recht op vrijheid van meningsuiting en vergadering en vereniging uit te oefenen.

Deze strafzaak illustreert mooi dat niet alleen de schuld van een individu van belang is, maar ook de bredere implicaties van de uitspraak voor fundamentele vrijheden. In dit specifieke geval, waarbij schade werd toegebracht aan het beroemde schilderij ‘Meisje met de Parel’ tijdens een klimaatdemonstratie, keek het hof dus ook naar het potentieel van het strafrechtelijk optreden om een chilling effect teweeg te brengen op het recht op vrijheid van meningsuiting en vergadering.

Goed als de Tweede Kamer tijdens het debat ook kijkt naar de internationale jurisprudentie op het gebeid van het demonstratierecht. In een recente uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) werd Nederland flink op de vingers getikt. Het ging over massa-arrestaties aan de Passeerdersgracht in 2011 waar 150 mensen werden opgepakt en beboet.

Het hof oordeelde dat de bijeenkomst van krakers en sympathisanten, die het einde van krakersbolwerk Schijnheilig markeerden, onder de bescherming van het demonstratierecht viel en beschermd had moeten worden door de Nederlandse staat. In plaats daarvan werden ze met politiegeweld opgepakt en opgesloten. Dit oordeel van het EHRM laat zien dat de bescherming van het demonstratierecht onder druk staat, ook in Nederland.

De uitspraken staan niet op zichzelf. Over de hele wereld worden mensen geconfronteerd met vergelijkbare uitdagingen, waarbij hun recht om vrijelijk hun mening te uiten en vreedzaam te protesteren wordt beperkt door strenge wetten en repressieve maatregelen.

Deze voorbeelden benadrukken de noodzaak om de balans te vinden tussen het handhaven van de openbare orde en het beschermen van fundamentele rechten en vrijheden. Het strafrechtelijk optreden moet proportioneel zijn en mag geen chilling effect teweegbrengen dat mensen ervan weerhoudt hun recht op vrijheid van meningsuiting en vergadering en vereniging uit te oefenen.

Als samenleving moeten we blijven strijden voor het behoud en de versterking van onze democratische waarden. Het recht om vrijelijk onze stem te laten horen en vreedzaam te protesteren mag nooit worden onderdrukt. Het is aan ons om op te komen voor deze rechten, niet alleen voor onszelf, maar ook voor toekomstige generaties die afhankelijk zijn van een vrije en open samenleving.

Naar
boven