Inzicht in de erkenningsprocedure voor de landelijke publieke omroep. Ingezoomd: Ongehoord Nederland en Omroep ZWART
Eens in de vijf jaar kunnen (nieuwe) omroepen een erkenning aanvragen bij de minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (“OCW”) om toegelaten te worden tot het publieke omroepbestel. Voor de komende concessieperiode, die aanvangt in 2022 is naast de reeds bekende omroepen aan twee aspirant-omroepen een erkenning verleend. Dit zijn Omroep ZWART en Ongehoord Nederland.
Naar aanleiding van de erkenningsprocedure van deze twee omroepen is een verzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (“Wob”) ingediend. Via dit verzoek is verzocht om openbaarmaking van documenten bij of onder het ministerie van OCW inzake de erkenningsprocedure van de omroepen Ongehoord Nederland en Omroep ZWART. Het besluit op het Wob-verzoek en de openbaar gemaakte documenten zijn beschikbaar via de website van Rijksoverheid.
In dit blog duiken we door middel van de openbaar gemaakte documenten verder in de erkenningsprocedure van de twee bovengenoemde omroepen.
Voordat we ingaan op de erkenningsprocedure en de drempels die de beide omroepen gedurende deze procedure moesten overkomen, gaan we eerst kort in op de omroepen zelf. Wat voegen de twee nieuwe omroepen toe aan het huidige medialandschap en op welke doelgroep willen zij zich richten?
Ongehoord Nederland
Volgens Ongehoord Nederland is het huidige medialandschap teveel gericht op wereldproblemen, terwijl de problemen dichter bij huis, zoals de woningnood, criminaliteit en het verdwijnen van eigen tradities worden verwaarloosd. Ongehoord Nederland heeft daarom als doel de Nederlander die zich door de publieke omroep chronisch buitengesloten voelt een stem te geven. De doelgroepen van Ongehoord Nederland zijn onder meer de teleurgestelde nieuwsgierigen, de traditionelen en de onbereikbaren.
Omroep ZWART
Omroep ZWART heeft diversiteit en vertegenwoordiging van alle Nederlanders hoog in het vaandel staan. Zij richt zich zowel voor als achter de schermen op de huidige jonge diverse generatie. Omroep ZWART staat naar eigen zeggen voor het vergroten van de bekendheid met elkaar en de verbinding onderling, zodat er een omroep bestaat waar iedereen zich thuis kan voelen. De omroep wil voornamelijk bijdragen leveren op het gebied van opinie, human interest, kunst en expressie, muziek en kennis en educatie.
De erkenningsprocedure: vraag om advies
Na het ontvangen van de erkenningsaanvragen van de beide omroepen heeft de minister van OCW aan het Commissariaat voor de Media (“Commissariaat”), de Nederlandse Publieke Omroep (“NPO”) en de Raad voor Cultuur gevraagd advies uit te brengen over de aanvragen van beide omroepen. De adviesorganen onderzoeken onder meer of de omroep bijdraagt aan de pluriformiteit van de publieke omroep, of het aannemelijk is dat de omroep zich zal houden aan de Mediawet 2008 en andere relevante regelgeving en of de omroep bijdraagt aan de uitvoering van de publieke mediaopdracht.
Voor beide omroepen zijn de adviezen positief, zowel het Commissariaat, als de NPO en de Raad voor Cultuur zijn van mening dat de erkenningsaanvraag aan beide omroepen gehonoreerd moet worden. Echter, plaatsen zij in hun advies eveneens kritische kanttekeningen bij de omroepen.
De drie adviesorganen plaatsen allereerst kanttekeningen bij de journalistieke kwaliteitsstandaarden en integriteit van Ongehoord Nederland. Deze kanttekeningen zien voornamelijk op de website en het YouTube kanaal van de omroep. Zo heeft Ongehoord Nederland een coproductie met Café Weltschmerz op YouTube over de aanpak van het coronavirus. Met een dergelijke samenwerking begeeft Ongehoord Nederland zich aan de rand van desinformatie. Voor alle omroepen geldt dat zij daar van weg moeten blijven, aldus het Commissariaat. Journalistieke kwaliteitsstandaarden zijn juist bedoeld om de verspreiding van desinformatie te voorkomen. Bovendien merken alle drie de adviesorganen op dat, hoewel Ongehoord Nederland heeft bevestigd zich te conformeren aan de relevante regelgeving en loyaal wenst samen te werken met andere partners binnen het publieke bestel, betrokkenen bij Ongehoord Nederland zich hebben bediend van uitingen op internet waarin met name de journalistieke integriteit van de NOS ter discussie werd gesteld. Dergelijke uitingen dragen niet bij aan de gewenste samenwerking binnen de publieke omroep en doen geen recht aan de integriteit van de nieuwsvoorziening van de publieke omroep.
De Raad voor Cultuur plaatst eveneens kanttekeningen bij Omroep ZWART met betrekking tot de journalistieke inzet van de omroep in relatie tot de betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van de publieke informatievoorziening. Zo heeft de Raad voor Cultuur onder meer bezorgd kennisgenomen van een incident waarbij een van de oprichters van Omroep ZWART een EO-journalist op onaanvaardbare wijze onder druk heeft gezet om materiaal te verwijderen.
Zelfreflectie van de omroep
Naar aanleiding van de kritische kanttekeningen heeft de minister de beide omroepen gevraagd te reflecteren op deze kanttekeningen.
Ongehoord Nederland stelt voorop dat zij zich te allen tijde zal conformeren aan de Mediawet 2008, gedragscodes en andere relevante regelgeving. Voorts deelt zij de kritiek dat Ongehoord Nederland “de journalistieke integriteit van de NOS ter discussie stelt” niet. Ongehoord Nederland geeft aan dat zij weliswaar kritisch zijn op andere omroepen, maar altijd professioneel. Bovendien is een wederzijde kritische reflectie volgens Ongehoord Nederland een wezenlijk onderdeel van een gezond publiek bestel. Hoewel Ongehoord Nederland hiermee haar bijdrage aan een pluriform medialandschap benadrukt, gaat zij in haar reflectie niet in op de zorgen die zijn geuit door de adviesorganen met betrekking tot de samenwerking tussen de omroepen. Of en op welke wijze Ongehoord Nederland met de andere omroepen gaat samenwerken wordt in de zelfreflectie niet bevestigd.
Omroep ZWART geeft in haar zelfreflectie aan verantwoordelijkheid te nemen voor een betrouwbare en onafhankelijke publieke informatievoorziening. Zo neemt zij onder meer professionele en ervaren journalisten aan, geeft zij talenten training binnen de kaders van de NPO standaarden en vraagt zij advies bij partneromroepen als BNNVARA. Met betrekking tot het voorgevallen incident stelt Omroep ZWART hierover een verbindend gesprek met de EO te hebben gevoerd en haar excuses te hebben aangeboden. Het contact tussen de EO en Omroep ZWART lijkt verder goed te zijn, nu de EO een aanbevelingsbrief voor Omroep ZWART heeft geschreven.
Erkenningsverlening?
Uit de openbaar gemaakte stukken blijkt dat het lastig is de omroepen af te wijzen nu zij elk positieve adviezen van de adviesorganen hebben gegeven, aldus de beleidsstaf van het ministerie van OCW. Uit het verslag van de beleidsstaf volgt dat een interne brainstorm zal worden georganiseerd, waarin mede de zelfreflectie van de omroepen zal worden besproken. Wat tijdens deze brainstormsessie is besproken is helaas niet bekend. Deze documenten lijken niet bij het Wob-verzoek betrokken te zijn, althans zij zijn niet opgenomen in de inventarislijst. De documenten zijn derhalve niet openbaar gemaakt.
De minister lijkt de zelfreflectie van de omroepen echter voldoende te vinden en besluit als bekend de beide organisaties een erkenning te verlenen, mede omdat beide omroepen erkennen zich aan het publieke omroepbestel en de Mediawet 2008 te conformeren na erkenning. Blijkbaar is dit voldoende om de kanttekeningen van de adviesorganisaties weg te nemen. De minister maakt hierbij wel de opmerking dat, hoewel de publieke omroep open en divers moet zijn en veel verschillende doelgroepen dient aan te spreken, er ook grenzen zijn. Binnen de publieke omroep is geen plaats voor het verspreiden van desinformatie en onbetrouwbaar nieuws. De minister geeft aan hier in de toekomst scherp op toe te zien.
Conclusie
In de openbaar gemaakte stukken lijkt de minister, na de ontvangen zelfreflectie van de omroepen, vrij gemakkelijk over de kritische kanttekeningen van de adviesorganen te stappen terwijl, zeker over Ongehoord Nederland serieuze zorgen zijn geuit. Ongehoord Nederland lijkt deze zorgen niet volledig weg te nemen. Weliswaar is toegezegd dat na verlening conform de relevante regelgeving zal worden gehandeld, maar Ongehoord Nederland werkt in haar reflectie niet uit op welke wijze dit zal gebeuren.
Ondanks de kritische kanttekeningen is geen extra toezicht op de twee aspirant-omroepen aangekondigd, zoals in het verleden onder meer bij PowNed is gebeurd. De twee aspirant-omroepen zullen de komende vijf jaar tijdens de concessieperiode moeten aantonen hoe ze aan de beloftes uit hun zelfreflectie gaan voldoen. Zij moeten zich, zoals toegezegd, gaan houden aan de Mediawet en zich volledig committeren aan de Governance Code Publieke Omroep van de NPO.
De start van Ongehoord Nederland gaat in ieder geval niet zonder wat stof te doen opwaaien.