Competition Newsflash: Nieuwe Groepsvrijstelling en Richtsnoeren verticale overeenkomsten
Dit is een Competition Newsflash van bureau Brandeis (klik hier voor het origineel).
Wilt u graag voortaan de nieuwsbrieven van bureau Brandeis per e-mail ontvangen? Dat kan! Het aanmeldformulier vindt u hier.
Nieuwe Groepsvrijstelling en Richtsnoeren verticale overeenkomsten
Vandaag (1 juni 2022) treedt de nieuwe Groepsvrijstelling Verticale Overeenkomsten (“Groepsvrijstelling”) in werking. De Groepsvrijstelling regelt de voorwaarden waaronder bepaalde verticale overeenkomsten zijn vrijgesteld van het kartelverbod van artikel 6 Mededingingswet (“Mw”) en artikel 101 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (“VWEU”).
Op grond van de Groepsvrijstelling zijn verticale overeenkomsten over het algemeen vrijgesteld van het kartelverbod mits (i) het marktaandeel van zowel de leverancier (op de verkoopmarkt) als de distributeur (op de inkoopmarkt) niet meer bedraagt dan 30%, en (ii) de overeenkomst geen hardcore beperking bevat. Verticale overeenkomsten die niet aan de voorwaarden van Groepsvrijstelling voldoen, moeten op individueel niveau worden getoetst aan het mededingingsrecht.
De Groepsvrijstelling en herziene Richtsnoeren inzake verticale beperkingen (“Richtsnoeren”) introduceren nieuwe regels rondom online platforms, duale distributie, duale prijsstellingen en pariteitsverplichtingen. Ook verduidelijken de Richtsnoeren regels omtrent verticale prijsbinding (resale price maintenance) en agentuurrelaties.
In deze nieuwsbrief geven wij u aan de hand van acht vragen en antwoorden een beknopt beeld van de belangrijkste veranderingen die deze nieuwe regels voor u meebrengen, zonder daarbij volledigheid te willen nastreven.
- Geldt de nieuwe Groepsvrijstelling ook voor bestaande overeenkomsten en zo ja, wanneer moeten die uiterlijk in overeenstemming met de nieuwe regels worden gebracht?
- In hoeverre vallen platforms onder de reikwijdte van de Groepsvrijstelling?
- Wat verandert er voor leveranciers die tevens zelf actief zijn op retailniveau (duale distributie)?
- Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor selectieve/exclusieve distributiestelsels?
- Kunnen verschillende prijzen voor offline en online verkoop worden gehanteerd?
- Welke beperkingen aan online verkoop zijn toegestaan onder de Groepsvrijstelling?
- Kan een online platform een afnemer van haar onlinetussenhandelsdiensten verplichten om dezelfde voorwaarden te hanteren ten opzichte van eigen kanalen en derde partijen (pariteitsverplichtingen)?
- Wat verandert er ten aanzien van niet-concurrentiebedingen?
1. Geldt de nieuwe Groepsvrijstelling ook voor bestaande overeenkomsten en zo ja, wanneer moeten die uiterlijk in overeenstemming met de nieuwe regels worden gebracht?
Voor bestaande overeenkomsten (gesloten voor 1 juni 2022) geldt een overgangstermijn van een jaar. Deze overeenkomsten moeten uiterlijk op 31 mei 2023 in overeenstemming zijn gebracht met de nieuwe Groepsvrijstelling en Richtsnoeren.
2. In hoeverre vallen platforms onder de reikwijdte van de Groepsvrijstelling?
Platforms vallen in beginsel onder het toepassingsbereik van de Groepsvrijstelling. Online hybride tussenhandelaren, zoals Amazon of Bol.com, vallen daarentegen volledig buiten het toepassingsbereik van de Groepsvrijstelling. Online hybride tussenhandelaren functioneren als een onlinetussenhandelsdienst voor afnemers en bieden tegelijkertijd ook eigen producten aan die op de retailmarkt concurreren met de producten van hun afnemers die van hun platform gebruik maken.
3. Wat verandert er voor leveranciers die tevens zelf actief zijn op retailniveau (duale distributie)?
De Groepsvrijstelling voorziet in nieuwe regels voor duale distributie, de situatie waarin een partij niet alleen levert aan zijn afnemer maar ook daarmee concurreert op de downstreammarkt. Informatie-uitwisseling over elementen die niet rechtstreeks verband houden met de uitvoering van de overeenkomst of noodzakelijk zijn om de productie of distributie van de contractgoederen of -diensten te verbeteren, vallen niet langer onder de Groepsvrijstelling. Daarbij valt te denken aan toekomstige verkoopprijzen op de retailmarkt of bepaalde informatie over geïdentificeerde eindgebruikers. Informatie-uitwisseling over de levering, technische informatie van de contractgoederen of -diensten of andere prestatiegerelateerde informatie valt over het algemeen wel onder de vrijstelling.
4. Wat zijn de belangrijkste wijzigingen voor selectieve/exclusieve distributiestelsels?
Onder de nieuwe Groepsvrijstelling kan een leverancier ervoor kiezen om in bepaalde grondgebieden een exclusief en in andere grondgebieden een selectief distributiestelsel toe te passen. Per grondgebied moet dus een keuze worden gemaakt. De nieuwe Groepsvrijstelling verduidelijkt bovendien dat een leverancier meer dan één exclusieve distributeur kan aanwijzen in een bepaald gebied (ook wel: gedeelde exclusiviteit).
5. Kunnen verschillende prijzen voor offline en online verkoop worden gehanteerd?
Gedifferentieerde prijsstellingen (dual pricing) worden niet meer gezien als hardcore beperking. Dit betekent dat een leverancier verschillende prijzen mag hanteren voor online en offline verkoop, zolang dit niet tot doel heeft het effectief gebruik van het internet te belemmeren. Het prijsverschil moet bovendien in redelijke verhouding staan tot de kosten- en investeringsverschillen tussen de verkoopkanalen. Een ingewikkelde kostenberekening is daarvoor niet vereist.
6. Welke beperkingen aan online verkoop zijn toegestaan onder de Groepsvrijstelling?
Beperkingen van online verkoop en online reclame kunnen worden vrijgesteld, zolang dit niet tot doel heeft dat het effectief gebruik van het internet wordt beperkt of dat het gebruik van een volledig online reclamekanaal wordt belet. Zo mag de leverancier bijvoorbeeld kwaliteitseisen stellen om de kwaliteit of het imago te waarborgen, of de eis stellen dat de afnemer een minimum aantal producten offline verkoopt of tenminste één fysieke winkel exploiteert. Ook een (in)direct verbod op het gebruik van online marktplaatsen is over het algemeen toegestaan. Niet toegestaan is een algemeen verbod op het gebruik van online advertentiekanalen, zoals prijsvergelijkingswebsites. Dit wordt expliciet uitgesloten onder de Groepvrijstelling.
7. Kan een online platform een afnemer van haar onlinetussenhandelsdiensten verplichten om gelijke voorwaarden te hanteren voor eigen kanalen en derde partijen (pariteitsverplichtingen)?
De nieuwe regels beperken de vrijstelling van pariteitsverplichtingen (of: most favoured nation clauses) tot de eigen verkoopkanalen van de afnemer van onlinetussenhandelsdiensten. Deze afnemers mogen dus worden beperkt in het tegen betere voorwaarden aanbieden van hun product/dienst op hun eigen kanalen. Brede pariteitsverplichtingen – waarbij de afnemer ook wordt beperkt om zijn product/dienst tegen een lagere prijs/betere voorwaarden op andere kanalen (zoals andere platforms) aan te bieden – worden voortaan gezien als een uitgesloten beperking.
8. Wat verandert er ten aanzien van niet-concurrentiebedingen?
Een afnemer kan contractueel worden verplicht om geen goederen te produceren, kopen of verkopen of diensten te verlenen die concurreren met de contractgoederen of -diensten. Dergelijke niet-concurrentiebedingen die na een periode van vijf jaar stilzwijgend verlengbaar zijn worden niet langer uitgesloten onder de Groepsvrijstelling, maar kunnen worden vrijgesteld mits de afnemer effectief opnieuw kan onderhandelen of de overeenkomst kan opzeggen onder een redelijke opzegtermijn en -prijs.
Meer lezen over verticale overeenkomsten?
Klik dan door naar onze eerdere blog: Het mededingingsrecht in verticale relaties: spelbreker of reddingsboei?
Meer lezen over gerelateerde onderwerpen?
Kartelvorming door prijsalgoritmes in digitale markten en AI: sciencefiction of realiteit?
Inval van de ACM: Do’s & Don’ts bij een Dawn Raid