Adviescollege voor aanpassing (erkennings)criteria publieke omroepen ingesteld
Het landelijke publieke omroepen bestel blijft groeien. Volgens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (“Staatssecretaris”) betekent dit dat de publieke omroep leeft en dat verschillende groepen in de samenleving zich verenigen om de publieke omroep representatiever te maken. Tegelijkertijd verlaten omroepen het publieke omroepen bestel niet of nauwelijks, waardoor het steeds lastiger wordt om het bestel beheersbaar te houden. Mede gelet op het voorgaande en de ophef rondom de onlangs toegetreden aspirant-omroep ‘Ongehoord Nederland’ worden vraagtekens gezet bij de criteria voor toetreding tot het publieke omroepen bestel.
De Staatssecretaris heeft daarom eenmalig een Adviescollege voor toelatings- en verantwoordelijkheidscriteria voor de landelijke publieke omroep (“Adviescollege”) ingesteld, dat advies dient uit te brengen over onder andere de toetredingscriteria om het bestel (weer) beheersbaar te maken.
Aanleiding instellen Adviescollege
Het gebrek aan beheersbaarheid van het bestel komt onder meer doordat een deel van de criteria om het publieke omroepen bestel te betreden hun betekenis hebben verloren of ontoereikend worden geacht. Op grond van de Mediawet 2008 moeten omroepverenigingen om toe te treden tot het bestel namelijk hun maatschappelijke binding aantonen door middel van een aantal leden (50.000 leden voor aspirant-omroepverenigingen 50.000 leden en 100.000 leden voor omroepverenigingen). Daarnaast moeten zij aantonen dat zij een maatschappelijke, culturele, religieuze of geestelijke stroming in de samenleving vertegenwoordigen.
In Nederland zijn echter geen eenduidige stromingen meer te identificeren. Bovendien bestaan er in de praktijk verschillende interpretaties over het begrip ‘stroming’. Daarnaast lopen de ledentallen terug; sinds de afgelopen dertig jaar zijn is het aantal leden per huishouden gehalveerd. Lidmaatschap is tegenwoordig namelijk niet meer de enige manier waarop mensen hun waardering voor en betrokkenheid bij de doelen en activiteiten van een (omroep)vereniging tonen.
Het voorgaande tezamen met de oproepen vanuit de bestaande adviesorganen de Raad van Cultuur, het Commissariaat voor de Media en de NPO dat aanvullende en aangepaste criteria nodig zijn, vormde voor de Staatssecretaris de reden om het Adviescollege in te stellen.
Taak van het Adviescollege
Het Adviescollege zal de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap adviseren over de vraag hoe de representativiteit en pluriformiteit van het publieke bestel als geheel gewaarborgd kan worden en hoe de omroepverenigingen binnen dit bestel zijn gelegitimeerd. De belangen van eigentijdsheid, kwaliteit, representativiteit, pluriformiteit en maatschappelijk draagvlak staan daarbij centraal.
Het advies van het Adviescollege zal in ieder geval het volgende dienen te omvatten:
- Criteria voor toelating en verantwoording voor bestaande en nieuwe omroepen;
- Een uitgewerkt en operationaliseerbaar voorstel voor een beoordelingssystematiek;
- Een beschrijving van de taken en rollen van relevante partijen; en
- Een voorstel voor een systematiek voor periodieke herijking van de toelatings- en verantwoordingscriteria op basis van een integrale afweging, zodat de beheersbaarheid van het bestel in de toekomst meer dan nu kan worden bewaakt.
Tot de leden van het Adviescollege behoren onder andere een oud politicus van het CDA (Pieter van Geel, voorzitter), een journalist (Youri Albrecht) en een hoogleraar journalistiek (prof. Irene Costera Meijer).
Timing advies
Het Adviescollege moet binnen een korte periode het advies uitbrengen, namelijk uiterlijk in juli 2023. De verwachting is dat bij de erkenningsprocedure van 2027 nieuwe criteria zullen gelden. Een nieuw criterium zou bijvoorbeeld een antecedenten onderzoek naar de omroep kunnen zijn, waarbij bijvoorbeeld racistische uitspraken en/of desinformatie als ernstige antecedenten kunnen worden aangemerkt. Hiertoe kan onzes inziens ter inspiratie gekeken worden naar de betrouwbaarheidstoets van de aanstaande vergunninghouder, zoals we die in andere sectoren kennen.
Als de criteria voor (definitieve) erkenning daadwerkelijk worden aangescherpt of indien in ieder geval indringender wordt getoetst, kan dit voor aankomende en bestaande (aspirant) omroepen, als Ongehoord Nederland, tot gevolg hebben dat zij geen deel (meer) kunnen uitmaken van het publieke omroep bestel.