Richten en missen in de enqueteprocedure
Recent overwoog de Hoge Raad dat de enquêteprocedure is gericht op het belang van de rechtspersoon (die voorwerp is van deze procedure). Dat lijkt stating the obvious. Maar als je er wat langer over nadenkt, roept het toch pittige vragen op.
Floor Eikelboom schreef daarover een artikel in het tijdschrift Ondernemingsrecht (klik hier voor het artikel). Aan de orde komt onder meer:
- (on)partijdigheid: heeft de rechtspersoon bij de Ondernemingskamer misschien een streepje voor op de andere procespartijen?
- rechtseenheid: leidt een enquêteprocedure tot andere, voor de rechtspersoon meer gunstige, uitkomsten, dan een procedure voor de gewone civiele rechter?
- equality of arms: speelt het bewijsrecht in de enquêteprocedure in de kaart van de rechtspersoon?
- En is dat allemaal eigenlijk wel de bedoeling, mede gezien art. 6 EVRM