Voorlezen

Hans Bousie
04 okt 2021

Nationale Ouderendag was het op 1 oktober, begrijp ik. Ik had er nog nooit van gehoord. Dit jaar was het thema blijkbaar voorlezen en dat trok mijn aandacht. Ik houd enorm van voorlezen aan wie het maar wil. Kan mij het schelen of het ouderen zijn of jongeren, zo lang ik maar voor mag lezen.

Ik lees voor aan de kinderen (dat doe ik al een jaar of twintig, voordeel van af en toe een nieuwe lichting opzetten) en ik lees mijn eigen werk voor. In dat laatste zit een beetje de klad. Vroeger las ik elke column die ik schreef voor aan mijn gezin, tot ik merkte dat ik doorgaans de enige was die om de daar op subtiele wijze in verwerkte humor moest lachen. Paarlen voor de zwijnen dus. Alhoewel ik doorgaans aarzel om mijn gezinsleden met varkens te vergelijken.

Mijn eerste voorzichtige stappen zette ik op de lagere school. Wij mochten in de klas voorlezen en dan was het idee dat je voorlas totdat je een fout maakte en dan mocht iemand anders het overnemen (zal vandaag de dag vast als kindermishandeling worden gekenmerkt, maar ik vond het bereleuk, omdat ik er goed in was). Het hoogtepunt voor mij was het voorlezen van de Wolf en de zeven geitjes in plat Haags. Ik woonde toen in Zeeland en men wist dat ik in Leiden geboren was en dus zou ik me ook wel in het Haags verstaanbaar kunnen maken was het idee. Eenieder die het Leids en Haags dialect een beetje kent weet dat dat onzin is. Neem het broodje kroket. Dat heet in Den Haag een bgoodje kgoket, in Leiden heet het een brrrroodje krrrroket. Maar goed, dat wist mijn Zeeuwse juf niet, dus ik heb de Wolf en de zeven geitjes in een mengeling van Haags en Leids voorgelezen.

Mijn meest intensieve voorleesavontuur stamt al weer van een flink aantal jaren terug. Mijn toenmalige schoonvader was slechtziend en die las veel luisterboeken uit de blindenbibliotheek. Maar ja in die bibliotheek waren veel boeken ook weer niet te vinden. Mijn schoonvader en ik deelden een passie voor Russische literatuur en zo las ik aan hem “Hoe Iwan Iwanowitsj overhoop kwam te liggen met Iwan Nikiforowitsj” voor. Dat was achteraf (hoe moeilijk ook de namen) een vingeroefening voor het grote werk. Op enig moment besloot ik hem Oorlog en Vrede voor te lezen. Ik weet niet meer om hoeveel bandjes het ging, maar het was een ontstellende stapel. Ik deed mijn uiterste best om zo goed mogelijk op toon voor te lezen in de veronderstelling dat ik hem daar een plezier mee zou doen.

Om andere mensen niet te storen luisterde schoonvader altijd met een koptelefoon. Op enig moment schoot echter het plugje uit het apparaat en hoorde ik mijn eigen stem door de ruimte. Tot mijn ontzetting echter klonk ik als een smurf die net uit de waterkraan was gekropen. Schoonvader speelde de bandjes op 1,5 snelheid af omdat hij het allemaal te lang vond duren.

De moraal van dit verhaal? Voorlezen doe je voor jezelf.

Naar
boven