Visie

Internet of Things: risico’s voor eerlijke mededinging liggen op de loer

Internet of Things (hierna: “IoT” of “slimme apparaten”) brengt een wereldwijde revolutie teweeg in uiteenlopende sectoren. IoT apparaten kenmerken zich doordat zij verbonden zijn met een netwerk en op afstand kunnen worden bediend onder meer via spraakassistentie en/of mobiele apparaten en gegevens kunnen uitwisselen. De voorbeelden van slimme apparaten zijn haast oneindig: zelf rijdende auto’s; een smartwatch die inzicht geeft in je sportieve prestaties en tips geeft om de prestaties te verbeteren; een patiënt die eerder het ziekenhuis mag verlaten omdat hij vanaf een afstand gemonitord wordt en rechtstreeks met het ziekenhuis kan communiceren; de slimme meter voor elektriciteit, water en gas; autonome landbouwmachines die het land bewerken en de boer informeert over de oogst. Het is duidelijk dat IoT bijna niet meer is weg te denken uit ons dagelijks leven.

Nu IoT steeds meer deel uit maakt van ons dagelijks leven is het onderwerp ook hoog op de agenda van de Europese Commissie (“Commissie”) gezet. Eén van de speerpunten van de Commissie op het gebied van IoT is het creëren van een interne markt voor IoT. Om dit te kunnen bewerkstelligen startte de Commissie in 2020 onder meer een marktstudie naar de concurrentie in de consumenten-IoT sector.

Op 9 juni jl. heeft de Commissie een voorlopig rapport (“het rapport”) gepubliceerd. In het rapport worden de eerste bevindingen besproken over de concurrentieparameters, de belangrijkste ontwikkelingen en de gesignaleerde mededingingsrisico’s in de IoT sector. De bevindingen van de Commissie zijn relevant voor kleinere marktpartijen die IoT producten (willen) aanbieden en zullen in deze blog worden besproken.

Aanleiding tot het starten van een marktstudie en de omvang

De verwachting is dat de wereldwijde IoT omzet van consumenten zal stijgen van 107 miljard euro in 2019 tot ongeveer 408 miljard euro in 2030. De markt is duidelijk nog in ontwikkeling maar toch zijn er reeds indicaties dat sprake is van toetredingsdrempels en dat sommige ondernemingen mogelijk de concurrentie beperken. De marktstudie brengt deze problemen in kaart. Daarnaast past de keuze voor de marktstudie goed binnen de 2019-2024 strategie van de Commissie onder de noemer “Een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk”.

De voorlopige bevindingen van het marktonderzoek zijn gebaseerd op de informatie van meer dan 200 verschillende belanghebbenden uit Europa, China en de Verenigde Staten die actief zijn in de IoT-consumentensector, waaronder fabrikanten van slimme apparaten, aanbieders van spraakassistentes en IoT-diensten voor consumenten en brancheorganisaties. Verder hebben deze ondernemingen meer dan 1000 overeenkomsten met de Commissie gedeeld.

IoT voor industriële producten en connected cars vallen buiten de reikwijdte van het marktonderzoek. Eén van de specifieke kenmerken van IoT voor consumenten is dat de data die door de slimme apparaten wordt verzameld doorgaans ook persoonsgegevens bevat.

Toetredingsdrempels

Volgens de respondenten zijn de belangrijkste toetredingsdrempels in de markt:

  • Investering in technologie. Volgens de respondenten zijn de kosten voor investeringen in technologie hoog en in het bijzonder op de markt voor spraakassistenten.
  • Huidige concurrentiesituatie. Ten aanzien van de concurrentiesituatie wordt opgemerkt dat het moeilijk is te concurreren met verticaal geïntegreerde ondernemingen die hun eigen ecosystemen hebben opgebouwd binnen en buiten de sector van consumenten-IoT (bijv. Google, Amazon of Apple). Tevens wordt het niet aannemelijk geacht dat er op korte termijn nieuwe toetreders komen op het gebied van spraakassistenten, de kosten voor de ontwikkeling van spraakassistenten zijn namelijk hoog.
  • Interoperabiliteit. De verschillende IoT apparaten hebben vaak pas nut als de verzamelde data gecombineerd kan worden met andere data. Hiervoor is interoperabiliteit van data nodig. De belangrijkste aanbieders van spraakassistenten en mobiele apparatuur zijn doorgaans ook de partijen beschikken over eigen technologie die de interoperabiliteit tussen de verschillende IoT producten mogelijk maken. Aanbieders van IoT producten zijn daarom vaak afhankelijk van deze partijen voor de interoperabiliteit. Respondenten geven aan dat de verschillende integratie eisen bij technologieplatforms tot extra complexiteit voor IoT aanbieders leidt bij de integratie van hun producten.
  • Toegang tot data. Aanbieders van IoT-producten en -diensten verzamelen veel data. Zo verzameld een smartwatch bijvoorbeeld informatie over de gezondheid, locaties en bewegingspatroon van de consument. Met de verzamelde data kan de kunnen aanbieders van IoT apparaten inspelen op de behoeften van hun consumenten en het product verder ontwikkelen. Respondenten merken op dat zij belemmeringen ondervinden bij de toegang tot data. Dit wordt onder meer veroorzaakt door verschillen in formats waarin gegevens worden verzameld en vanwege beperkingen van de portabiliteit van data.

Opvallend is verder dat de prijs van de producten als minder belangrijke concurrentieparameter werd aangemerkt, al wordt de prijs nog steeds relevant geacht.

Gesignaleerde mededingingsrisico’s

Besturing op afstand is essentieel voor slimme apparaten. Om besturing op afstand te bewerkstelligen maken fabrikanten van slimme apparaten vaak gebruik van spraakassistentie en/of een mobielapparaat. De belangrijkste spraakassistenten in de EU zijn Alexa van Amazon, Google Assistant en Siri van Apple. Voor mobiele apparaten zijn Google’s Android en Apple’s iOS de meest vooraanstaande besturingssystemen. Uit het marktonderzoek komt naar voren dat IoT aanbieders doorgaans afhankelijk zijn van aanbieders van spraakassistenten en (de besturingssystemen) van mobiele apparaten en dat het aanbod beperkt is. Dit levert de volgende mededingingsrisico’s op:

  • Exclusiviteit en koppelverkoop bij spraakassistenten. Uit het marktonderzoek komt naar voren dat de belangrijkste aanbieders van spraakassistenten pogingen doen om exclusiviteit van spraakassistenten op bepaalde IoT apparaten te bewerkstelligen. Ook worden praktijken gemeld waarbij de mogelijkheid wordt beperkt om verschillende spraakassistenten op hetzelfde slimme apparaat te gebruiken. Fabrikanten van slimme apparaten maken zich daarnaast zorgen over het feit dat aanbieders van spraakassistenten verschillende soorten software en technologie, waaronder spraakassistenten, gebundeld aanbieden.
  • Pre-installatie, standaardinstellingen en prominentie. De respondenten geven aan dat de vooraanstaande aanbieders van spraakassistenten en/of mobiele apparaten hun eigen diensten of de diensten van grote internationale spelers voorinstalleren, als standaard instellen of anderszins een prominente plaats geven op het slimme apparaat. Dit kan een concurrentievoordeel opleveren voor de aanbieder van een dienst die voorgeïnstalleerd is ten nadele van vaak kleinere en/of lokale spelers.
  • Spraakassistenten staan centraal bij het verzamelen van gegevens in de IoT-consumentensector. Dit stelt de vooraanstaande aanbieders van spraakassistenten in staat om grote hoeveelheden gegevens te verzamelen, waardoor ze niet alleen gegevensstromen en gebruikersrelaties kunnen beheren, maar ook een hefboomeffect kunnen creëren op aangrenzende markten. Met de toegang tot grote hoeveelheden data kunnen de toonaangevende leveranciers voor spraakassistentie hun technologie verbeteren via algoritmische training en machine learning. Dit leidt tot verbetering van de kwaliteit van spraakassistentie. Het niet hebben van deze grootschalige toegang tot gegevens kan drempels opwerpen voor nieuwe toetreders op de markt voor spraakassistenten.
  • Standaardisering en interoperabiliteit. De belangrijkste aanbieders van spraakassistenten en mobiele apparatuur beschikken over de technologie die interoperabiliteit mogelijk maakt. Deze aanbieders kunnen eenzijdig controle uitoefenen over de interoperabiliteits- en integratieprocessen. Zij zijn daarmee in staat om de functionaliteiten van IoT-apparaten en –diensten te beperken ten voordelen van hun eigen diensten.

Wat kunnen we verwachten van de Commissie op het gebied van IoT?

De uitkomsten van marktonderzoeken van de Commissie leiden vaak tot formele mededingingsonderzoeken naar individuele bedrijven. Zo heeft het sectoronderzoek naar E-commerce tot miljoenenboetes voor onder meer Asus, Philips, Pioneer, Guess, Sanrio, Nike, NBC Universal Studio en kregen diverse uitgevers van videogames een boete opgelegd. Ook heeft het sectoronderzoek naar de farmaceutische industrie tot forse boetes geleid op Europees niveau voor onder meer Lundbeck, Jansen-Cilag en Servier en op nationaal niveau tot boetes voor onder meer GlaxoSmithKline en Pfizer/Flynn (Verenigd Koninkrijk), Aspen (Italië) en CD Pharma (Denemarken).

Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de Commissie formele onderzoeken zal starten naar aanleiding van haar bevindingen in de IoT sector. De Commissie noemt, bij het beschrijven van de gesignaleerde mededingingsrisico’s in het rapport, de partijen die mogelijk de mededinging beperken niet expliciet bij naam. De Commissie heeft het onder meer over de ‘vooraanstaande partijen op het gebied van spraakassistenten en/of mobiele apparaten’ en ‘IoT technologie platformen’. Het is echter geen breinbreker dat de Commissie hiermee doelt op de grote spelers als Google, Amazon en Apple aangezien zij veruit de grootste partijen zijn die de diensten aanbieden en de Commissie ook vaker in het rapport naar deze partijen verwijst. Het meest voor de hand ligt dat de Commissie een formeel onderzoek start naar misbruik van machtspositie naar één of meerdere van deze partijen wegens bijvoorbeeld exclusiviteit, koppelverkoop en/of self-preferencing.

Het is ook goed denkbaar dat het definitieve rapport van de marktstudie – dat in de eerste helft van 2022 wordt verwacht –het lopende debat over het voorstel van de Digital Markets Act (“DMA”) en ex ante regulering zal beïnvloeden. De voorgestelde verplichtingen in de DMA zien grotendeels ook op de gesignaleerde mededingingsrisico’s in de IoT sector. Mochten Google, Amazon en Apple onder de DMA worden aangemerkt als poortwachter dan zullen de in de DMA opgelegde verplichtingen als verbod op bundeling, toegang tot niet openbare gegevens en self-preferencing de gesignaleerde mededingingsrisico’s deels kunnen wegnemen. Zie voor meer informatie over ex-post handhaving en ex ante regulering in de voorgestelde Digital Markets Act onze blog van 24 juniDe Digital Markets Act (DMA): een effectief middel om Big Tech te reguleren?

Hoewel IoT voor industriële producten en connected cars buiten de reikwijdte van de marktstudie valt is het niet uitgesloten dat in deze sectoren soortgelijke mededingingsproblemen spelen als bij consumenten-IoT. Ook in deze sectoren spelen technologie, toegang tot data en interoperabiliteit een belangrijk rol. Of hierbij sprake is van partijen die domineren moet per markt worden beoordeeld. Ten aanzien van connected cars zijn er indicaties dat onder meer Nokia een vooraanstaande speler is. Sinds 2018 zijn er door diverse partijen al vijf formele klachten wegens misbruik van machtspositie tegen Nokia ingediend bij de Commissie, maar is tot op heden nog geen formele onderzoek gestart. Zo richtte onder meer autofabrikant Daimler zich tot de Commissie met de klacht dat Nokia haar machtspositie misbruikt vanwege de licentiering van patenten die essentieel zijn voor de technologiestandaarden voor connected cars. Daimler startte tevens een civielrechtelijke procedure in Duitsland en in dat verband stelde de Duitse rechter prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie. De prejudiciële vraag werd uiteindelijk weer ingetrokken omdat de partijen de zaak in juni jl. hebben geschikt.

We adviseren kleinere marktpartijen die IoT producten (willen) aanbieden om alert te zijn op de mededingingsrisico’s die in het rapport staan beschreven. Marktpartijen hebben tot 1 september 2021 de tijd om opmerkingen te geven op het rapport. Mochten marktpartijen mededingingsproblemen ondervinden in de IoT-consumenten sector of daarbuiten dan kunnen zij tevens een klacht indienen bij de Commissie of een nationale mededingingsautoriteit. Ook is het raadzaam om juridisch advies in te winnen bij een mededingingsadvocaat.

Bij vragen kunt u contact opnemen met Bas Braeken of Lara Elzas

Naar
boven