Visie

Elliott en Akzo bij de voorzieningenrechter, een radio voorbeschouwing.

Het hedge fund Elliott Capital heeft de Amsterdamse voorzieningenrechter gevraagd of zij wil toestaan dat Elliott zelf een aandeelhoudersvergadering belegt, zodat gestemd kan worden over het vertrek van de voorzitter van de raad van commissarissen van Akzo Nobel. De zitting vond plaats op 27 juli 2017. Eerder dat jaar kreeg Elliott nul op het rekest bij de Ondernemingskamer. BNR Niewsradio interviewed Frank Peters, die vaak hedge funds bijstaat, voor een toelichting.

Visie

Aandeelhoudersactivisme, hoe doe je dat eigenlijk?

Het Financieele Dagblad bracht in kaart wat veelal de werkwijze is van activistische aandeelhouders, en klopte voor uitleg aan bij Frank Peters, die vaak hedge funds bijstaat. Lees het artikel in Het Financieele Dagblad hier.

Visie

Governance code wijziging, reactie bB

De Nederlandse corporate governance code bevat principes en best practice bepalingen voor de governance van Nederlandse beursvennootschappen. De governance code is in december 2003 voor het eerst Tabaksblat vastgesteld en voor het laatst in december 2008 herzien. Op 10 februari 2016 heeft de Monitoring Commissie Corporate Governance Code, onder voorzitterschap van prof. Dr. J.A. van Manen, een voorstel gedaan tot herziening. De commissie heeft geïnteresseerden uitgenodigd tot een reactie. De reactie van bureau Brandeis treft u hier aan.

De reactie van bureau Brandeis spitst zich toe op twee onderwerpen: de 180 dagen regel en lange termijn waarde creatie als ijkpunt voor de strategie.

Het is een gemiste kans dat de 180 dagen regel niet is geschrapt. De 180 dagen regel is strijdig met het Nederlandse en Europese recht. De praktijk wordt op het verkeerde been gezet doordat deze toch in de governance code is opgenomen.

Wat betreft de strategie zou de governance code geen inhoudelijke voorschriften moeten bevatten. Het formuleren van de strategie kan het best worden overgelaten aan de ondernemingen waarop de governance code van toepassing is. Van een focus op lange termijn waarde creatie zijn voorts geen heilzame effecten op de governance van beursvennootschappen te verwachten. Wel zou het de governance van Nederlandse beursondernemingen verbeteren, indien de goverance code de zeggenschap van aandeelhouders over de strategie zou bevorderen.

Visie

De aandeelhoudersvergadering: toetssteen van eigen belang

De aandeelhoudersvergadering is de hoogste besluitvormende macht binnen een vennootschap. Het structuurregime daargelaten, is het aan de algemene vergadering van aandeelhouders (‘AvA’) om te beslissen over benoeming en ontslag van de andere organen (raad van commissarissen, bestuur) en daarmee is de aandeelhoudersvergadering oppermachtig. Ook de inrichting van de vennootschap zelf, zoals die is vastgelegd in de statuten, kan gewijzigd worden door de AvA. Afhankelijk van het soort besluit, kunnen de wet en de statuten bepalen dat een bepaalde procedure moet worden gevolgd, of dat een bepaalde (verzwaarde) meerderheid van stemmen vereist is, maar dat doet aan het principe dat de AvA oppermachtig is, niet af.

Beperkingen aan de vrijheid van de aandeelhouder om zijn eigen belang na te streven

Die macht kan de AvA niet in een vacuüm uitoefenen. Het is waar dat individuele aandeelhouders hun eigen belang voorop mogen stellen. De aandeelhouder is ‘eigenaar’ van zijn aandeel, en daarover mag hij, mede gegeven art. 1 Eerste Protocol, op grond over zijn absolute eigendomsrecht beschikken zoals hij goeddunkt. En dus mag hij ook stemmen zoals hij wil.

De enige begrenzing die men vroeger stelde aan het gebruik van dat recht , was (in Nederland dan toch) die van art. 3: 13 BW, misbruik van recht:

  1. Degene aan wie een bevoegdheid toekomt, kan haar niet inroepen, voor zover hij haar misbruikt.
  2. Een bevoegdheid kan onder meer worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen.

In de rechtspraak werd deze vrijheid ook bevestigd. Zo bepaalt het Baus – De Koedoe arrest (Hoge Raad 13 februari 1942) dat aandeelhouders het recht hebben vrijelijk te beslissen, maar dat van ontoelaatbaar misbruik van meerderheidsmacht sprake is indien het stemrecht enkel wordt aangewend om met opzet zichzelf of een derde onbillijk te bevoordelen, danwel de vennootschap of een derde te schaden. In het Melchers arrest (Hoge Raad 13 november 1959) en het Aurora arrest (HR 19 februari 1960), werd die lijn doorgetrokken.

De Ondernemingskamer – dwz. de specialistische kamer van het Gerechtshof Amsterdam die vaak gevraagd wordt te oordelen over de rol van aandeelhouders in de enquête-procedure – heeft door de jaren heen echter duidelijk gemaakt dat de befaamde Hollandse ‘redelijkheid en billijkheid’ wel degelijk paal en perk kunnen stellen aan de wijze waarop de aandeelhouder van zijn stemrecht gebruik maakt.

Niet lang geleden bevestigde de Hoge Raad, dat in een bepaald geval de in de aandeelhoudersvergadering aanwezige aandeelhouders laakbaar hadden gehandeld jegens de niet aanwezige aandeelhouders (Cancun arrest, Hoge Raad 4 april 2014). Daarmee wordt een grens gesteld aan al te zelfzuchtig handelen. Deze grens biedt minder ruimte aan de aandeelhouder dan de ‘misbruik van recht’ grens (kort gezegd: opzettelijk een ander schaden). De Nederlandse Corporate Governance Code dicteert ook die norm, te weten dat aandeelhouders weliswaar hun eigen belang mogen nastreven, maar dan wel binnen het kader van de redelijkheid en billijkheid.

Stemmen op of buiten de aandeelhoudersvergadering

Het stemrecht van de aandeelhouder wordt in beginsel in de AvA uitgeoefend.

Met name bij BV’s wordt het stemrecht ook wel buiten de AvA uitgeoefend, op voorwaarde dat 100% van de aandeelhouders aan de besluitvorming deelneemt. Denk aan de DGA die aan de keukentafel een dividendbesluit tekent.

In zekere zin wordt het stemrecht ook buiten de AvA aangewend, indien iemand zijn stemrecht aan een ander overdraagt, of een stemvolmacht geeft. Dat is in beginsel toegestaan.

Van een heel andere orde is het stemmen ‘by proxy’. Bij beursfondsen is het sinds enkele jaren goed gebruik en wettelijk mogelijk dat met name institutionele beleggers niet zelf naar de AvA gaan om te stemmen, maar van te voren hun stem kenbaar maken aan de vennootschap. Veel institutionele beleggers hebben zoveel (duizenden) beleggingen in de boeken staan, dat het praktisch niet mogelijk is voor hen om alle AvA’s af te lopen, gedurende de ca. 2 maanden dat die jaarlijks plaatsvinden. Zij laten zich dan adviseren door professionele stem adviseurs, die ten aanzien van de agenda’s van al die fondsen adviseren hoe wat hen betreft, gestemd zou moeten worden. De belegger vult dan zijn (digitale) stemformulier in en zendt dat naar de vennootschap. Zo kan het voorkomen dat nog voordat de AvA begonnen is, al meer dan de helft van de stemmen is uitgebracht.

AvA en stemmen by proxy

Op een AvA gebeurt van alles: het bestuur doet verslag van de highs en lows van weer een jaar besturen, de raad van commissarissen laat weten dat dit alles zich onder haar goedkeurende blik heeft afgespeeld, en de plannen voor het komende jaar worden uit de doeken gedaan. Niet alles is even opzienbarend: de jaarrekening en het jaarverslag zijn voordien al bekend gemaakt, en de vaststelling van de jaarrekening is vaak een hamerstuk.

Verder willen de bonden zich nog wel eens roeren: was het nou echt nodig dat die ene fabriek gesloten werd, en welke garantie is er dat het in het komende jaar inderdaad beter gaat? Een woordvoerder, aangewezen door een groep institutionele beleggers, plaatst enkele kritische kanttekeningen bij een gewijzigde toepassing van IFRS. En er is altijd een net geklede heer met grijze haren die weliswaar lof heeft voor het gecontinueerde dividendbeleid, maar kritiek heeft op de bereikbaarheid van het zalencomplex waar in dat jaar de AvA plaatsvindt. Kortom: de wereld draait door.

Maar niet altijd. Soms staan er spannender zaken op de agenda: een overname is mislukt, en het is maar de vraag of het bestuur wel decharge zal krijgen van de aandeelhoudersvergadering. Een aandeelhouder wil de voorgenomen overname in Zuid-Amerika aan de kaak stellen, terwijl het bestuur graag ziet dat zij de bevoegdheid krijgt van de AvA om 10% aandelen uit te kunnen geven om een verkopende aandeelhouder mee te betalen als zich een geschikte overname kandidaat aandient.

In die gevallen vindt er daadwerkelijk debat plaats. Stemverklaringen worden afgelegd. De vennootschapsnotaris schiet een stuntelende voorzitter van de raad van commissarissen te hulp. Aandeelhouders verdringen zich bij de zaalmicrofoon om hun zorgen op indringende wijze over het voetlicht te brengen.

De AvA is op zo’n moment een levend instituut waar informatie wordt uitgewisseld en gezichtspunten gedeeld. Dat alles met als inzet de ander te overtuigen van het eigen gelijk. Ja, de aandeelhouder mag zijn eigen belang voorop stellen, maar moet zich ook rekenschap geven van de belangen van anderen. Die belangen worden bij uitstek kenbaar en op waarde te schatten, door het debat tijdens de AvA.

Een democratisch proces dus, dat gebaseerd is op uitwisseling van gedachten en transparante informatie en een formele beslismacht van het daartoe aangewezen orgaan.

‘Vrucht van onderling overleg’

Dat tijdens de aandeelhoudersvergadering debat plaatsvindt, of op zijn minst: kan plaatsvinden, is juridisch relevant. In het Wijsmuller arrest (Hoge Raad 15 juli 1968) is bepaald dat besluiten in de vennootschap tot stand dienen te komen als ‘vrucht van onderling overleg’. De Ondernemingskamer vindt evenzeer dat aandeelhouders zich moeten bedienen van dialoog, en dat als men niet deelneemt aan de AvA, men ook maar beperkt recht van spreken heeft. Maar hoe verhoudt zich dat tot het stemmen by proxy?

Op de eerste plaats nemen de aandeelhouders die stemmen bij volmacht, geen deel aan het debat en de besluitvorming die in de aandeelhoudersvergadering plaatsvindt is in zoverre dus niet de ‘vrucht van onderling overleg’. Als een groot deel van de aandeelhouders op die wijze stemt – en dat is vaak zo – dan is wel de vraag welke rol dat overleg nog speelt. De Raad van State had daarmee ook moeite, toen de mogelijkheid van electronisch stemmen voorafgaand aan de aandeelhoudersvergadering, wettelijk mogelijk werd gemaakt (Kamerstukken II 2004/05, 30 019, nr. 5, p. 2.). De Minister van Justitie vond dat dat allemaal wel meeviel, omdat het voordien ook al mogelijk was om een stemvolmacht in papieren vorm aan een ander te verstrekken, voorafgaand aan de AvA.

Het stemmen by proxy is ook niet transparant. De notaris van de vennootschap, die de proxies verzamelt, weet in veel gevallen al dat de stem van de in de zaal aanwezige aandeelhouders niet zal opwegen tegen reeds voor de aandeelhoudersvergadering uitgebrachte stemmen. Het bestuur weet dat misschien ook al, en hoeft niet meer te strijden om de gunst van de AvA. Het beleggend publiek en de in de zaal aanwezige aandeelhouders, weten dat echter niet. Hen wordt wel verteld, aan het begin van de AvA, op hoeveel aandelen by proxy zal worden gestemd, maar welke steminstructies zijn gegeven wordt daarbij niet vermeld.

Afrondend

De aandeelhoudersvergadering is de plek voor overleg tussen de aandeelhouders en de andere organen van de vennootschap. Maar vaak is de AvA bij een beursfonds niet meer dan een rituele dans omdat de uitkomst van de stemming al niet meer beslissend beïnvloed kan worden door hetgeen tijdens de AvA voorvalt. Vooralsnog hebben aandeelhouders het daarmee te doen. Wil een aandeelhouder iets bereiken, dan moet hij zijn stem laten horen op de AvA.

 

 

 

Naar
boven