Testen voor toegang
Sinds zaterdag kunnen er coronatoegangsbewijzen gebruikt worden voor evenementen met plaatstoewijzing, culturele instellingen (binnen), restaurants en professionele sportwedstrijden. Op 25 mei jl. stemde de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen. Deze wet maakt “testen voor toegang” mogelijk: op basis van het tonen van een negatief testresultaat kan een deel van de samenleving eerder geopend worden dan gepland in het openingsplan van het kabinet. Het inzetten van testbewijzen geldt uitsluitend voor zogenaamde niet-essentiële sectoren: de cultuursector, de evenementensector, georganiseerde jeugdactiviteiten, horeca en sport(wedstrijden). Bij het inzetten van de testbewijzen wordt rekening gehouden met epidemiologische situatie en geldt de Routekaart coronamaatregelen als richtsnoer. De tijdelijke wet is in principe drie maanden geldig, maar kan eventueel met drie maanden worden verlengd.
Vanaf deze maand kunnen er zo’n 225.000 tests per dag worden afgenomen bij meer dan dertig speciaal daarvoor ingerichte teststraten. Voordat mensen naar bijvoorbeeld musea, theaters, concerten, festivals en sportwedstrijden gaan, kunnen zij zich laten testen bij een van de testorganisaties. De testorganisatie stuurt een e-mail met daarin de uitslag van de test. Een bezoeker maakt met de app CoronaCheck van de testuitslag een testbewijs door middel van een QR-code. Deze QR-code wordt gescand bij de ingang van het eveneement. De organisatoren van evenementen en andere activiteiten gebruiken de app CoronaCheck Scanner om te zien of het testbewijs van de bezoeker geldig is en controleren vervolgens de identiteit van de bezoeker. Bezoekers kunnen er ook voor kiezen een papieren testbewijs met QR-code mee te nemen.
Totstandkoming van de wet
In het najaar van 2020 werd er in de Tweede Kamer volop aangedrongen op het aanbieden van toegangstesten. Op dat moment was de testcapaciteit echter nog niet voldoende. In april van dit jaar is het wetsvoorstel ingediend en met enige vertraging door de Eerste Kamer en Tweede Kamer aangenomen. De vraag is of het niet wat laat is gezien de gunstige besmettingscijfers en de stijgende vaccinatiegraad. Ook zijn organisaties niet erg enthousiast over het testen voor toegang. De Raad voor Cultuur adviseert bijvoorbeeld het testen voor toegang niet langer in te zetten dan nodig en maakt overigens bezwaar tegen de kwalificatie “niet-essentieel” voor de cultuursector.
Door een amendement van Tweede Kamerlid Bikker (CU) is de test voorlopig gratis. Het kabinet was op dit punt verdeeld en stelde een eigen bijdrage voor van EUR 7,50 op basis van het profijtbeginsel. De Tweede Kamer vond het voorkomen van een tweedeling in de samenleving echter belangrijker en wilde een gratis test. Er wordt nog onderzoek gedaan door het kabinet of het in de toekomst mogelijk zal zijn om zelftesten in te zetten als toegangstest, maar daarvoor geldt wel dat de zelftesten even betrouwbaar moeten zijn als de testen op de testlocaties. Een vaccinatiebewijs of een herstelbewijs zal bovendien ook gaan gelden als geldige toegangstest. Mensen die door een beperking of ziekte geen test kunnen uitvoeren, zijn uitgesloten van de verplichting van een toegangstest.
AVG-grondslag en uitzondering verwerkingsverbod
Voor het verwerken van persoonsgegevens, zoals in de CoronaCheck-app, is een geldige grondslag vereist op grond van de Algemene verordening gegevensbescherming. Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat het voorgestelde artikel 58rd Wet publieke gezondheid de juridische grondslag en uitzondering op het verwerkingsverbod voor bijzondere persoonsgegevens biedt voor de verwerking van persoonsgegevens in de CoronaCheck-app. Het doel van de gegevensverwerking is het tonen en lezen van een testbewijs en het verifiëren van de identiteit van de toonder. Gelet op de bestrijding van het coronavirus is dit gerechtvaardigd in het licht van de vervulling van een taak van algemeen belang (artikel 6, eerste lid, onderdeel e, AVG) en de bescherming van de volksgezondheid (artikel 9, tweede lid, onderdeel i, AVG).
Uit de privacyverklaring van de CoronaCheck-app volgde aanvankelijk nog dat toestemming (artikel 6, eerste lid, onderdeel a, AVG) de grondslag vormde voor de gegevensverwerking. Dit is inmiddels aangepast. De onduidelijkheid over de grondslag deed enigszins denken aan die andere app, de CoronaMelder. Toen werd toestemming als grondslag afgeraden door de Autoriteit Persoonsgegevens en uiteindelijk vervangen door “vervulling van een publieke taak” (artikel 6d Wet publieke gezondheid).
Met dank aan student-stagiaire Iris Vlastuin.