Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad

bureau Brandeis
13 jan 2016

Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad bieden soms een efficiënt middel voor een snelle oplossing van het geschil. Dit is echter zeker niet altijd de beste route. Bij de bepaling van de processtrategie moet deze mogelijkheid worden bezien.

Voorwaarden prejudiciële vragen aan Hoge Raad

Sinds 1 juli 2012 kan de rechter aan de Hoge Raad prejudiciële vragen stellen. De rechter kan dit doen op verzoek van een partij of ambtshalve. Het moet gaan om een rechtsvraag die nog niet eerder door de Hoge Raad is beantwoord. Bovendien is vereist dat het antwoord op deze vraag nodig is om op de eis of het verzoek te beslissen. Daarnaast moet het antwoord rechtstreeks van belang zijn voor, kort gezegd, een groot aantal soortgelijke zaken. Prejudiciële vragen kunnen worden gesteld door zowel rechtbanken als gerechtshoven en in zowel bodemzaken als kort geding. De wettelijke regeling is te vinden in de artikelen 392 tot en met 394 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Procedure

De rechter moet partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over (i) het voornemen om een prejudiciële vraag te stellen en (ii) de formulering van de prejudiciële vraag. Deze kwesties zijn van essentieel belang voor de uitkomst van de zaak. In de praktijk worden deze voorschriften echter niet altijd door de rechter in acht genomen. De Hoge Raad heeft al verschillende keren benadrukt dat een dergelijke niet-inachtneming niet alleen in strijd met de wet, maar ook onwenselijk is. De rechter moet de vragen eerst in een tussenuitspraak aan partijen voorleggen en de precieze tekst van die vragen met beide partijen bespreken.

In de procedure bij de Hoge Raad over de prejudiciële vraag kunnen partijen (onder meer) schriftelijke opmerkingen indienen. Inschakeling van een cassatieadvocaat is daarvoor verplicht. Anders dan in de cassatieprocedure kan de Hoge Raad bepalen dat ook anderen dan partijen schriftelijke opmerkingen kunnen indienen. Indien anderen dan partijen dit wensen, doen zij verstandig eraan niet af te wachten en zo spoedig mogelijk een verzoek hiertoe in te dienen bij de Hoge Raad. Net zoals in de cassatieprocedure neemt de Procureur-Generaal een Conclusie, waarop partijen binnen twee weken kunnen reageren. De Hoge Raad streeft ernaar om binnen zes maanden uitspraak te doen.

Risico’s

Deze procedure is van essentieel belang voor de uitkomst van de zaak. Aan de precieze formulering van de vraag (zie hierboven) gaat uiteraard vooraf een beoordeling van de wenselijkheid van het stellen van prejudiciële vragen. Ook daarover mogen partijen zich uitlaten (zie hierboven). Bovendien kunnen partijen zelf het initiatief nemen door de rechter te verzoeken om prejudiciële vragen te stellen. Dit betreft een strategische kwestie en moet dus goed worden afgewogen. Soms bieden prejudiciële vragen aan de Hoge Raad een efficiënt middel voor een snelle oplossing van het geschil. Dit is echter zeker niet altijd de beste route. Soms is het bijvoorbeeld beter dat de feitelijke en juridische argumenten eerst verder uitkristalliseren.

Overzicht

Een overzicht van lopende en afgedane prejudiciële vragen is hier te vinden.

bureau Brandeis adviseert u graag over prejudiciële vragen aan de Hoge Raad. Ook bieden wij u graag bijstand in de procedure bij de Hoge Raad over prejudiciële vragen.

Naar
boven