Oliemannetje in de boekenbranche

bureau Brandeis
27 nov 2013

Volgens Jan van de Wouw, een van de bazen bij Polare moet het roer zes maal om in het boekenvak. Hij roept de branche op tot vernieuwing en doet alvast een voorzet in Boekblad, hij roept met name uitgevers op om de winkel (lees Polare) meer tegemoet te komen. Dat kan door het leveren in consignatie, door het geven van grotere korting en / of door het hanteren van een langere factuurtermijn. Willem Donker is er eens goed voor gaan zitten en dient Van de Wouw van repliek en op met name het stuk van Donker wordt door de halve branche gereageerd.

Allereerst is er de ondertoon van wat moet die vreemde snoeshaan zich met onze branche bemoeien? Dat lijkt mij een onzinnig uitgangspunt. Natuurlijk zal iemand die vers een nieuwe branche instapt zijn licht moeten opsteken over hoe tot dan toe de paarden lopen, maar geen wet die hem verbiedt om vervolgens te trachten die paarden allemaal de andere kant op te laten lopen, of te slachten en als paardenbiefstuk te verkopen. Daarbij kan de achtergrond van olieman Van de Wouw (hij heeft tien jaar bij BP gezeten) net zo goed een voor- als een nadeel zijn. Een frisse kijk kan er voor zorgen dat alle onzin waar de boekenbranche rijk aan is, met een machtige armzwaai overboord wordt gegooid. Dezelfde kijk kan ook leiden tot het weggooien van het kind met het badwater of tot het opnieuw uitvinden van het wiel. Het ligt dus aan oliemannetje Van de Wouw zelf of hij voor- of nadeel trekt uit zijn andere achtergrond.

In de andere reacties wordt over elkaar heen gebuiteld met heldere en minder heldere rekensommetjes van wat boekhandel en uitgever nu over houden. Een opvallende reactie is van Joost Nillissen die zich zelf introduceert als “zeurend getalenteerd schrijver”. Hij roept er toe op om de wereld van het boek terug te laten gaan naar haar bron: “een auteur, een uitgever en een winkel”. Met alle respect, maar dat is de bron van de wereld van het boek niet. De wereld van het boek wordt in de kern bepaald door maar twee actoren, de schrijver en de lezer. Alle andere actoren in dit veld spelen een bijrol. Dat geldt dus voor uitgevers, voor winkeliers, voor distributeurs, redacteuren, marketingdeskundigen, etailers, wetten op de vaste boekenprijs, cultuurbeleid, advocaten, chauffeurs en winkelmeisjes.

Het enige wat nodig is om van een boekenbranche te kunnen spreken zijn partijen die het transport van het boek van de schrijver naar de lezer faciliteren. En of ze dat nou doen door een boek te verrijken met commentaar, of in dozen een winkel in te sjouwen is om het even. In een veranderende wereld moet je terug naar je kern. Welke waarde voeg jij toe? En als je waarde toevoegt, dan mag je eisen stellen. Dus een schrijver kiest alleen voor een uitgever als die wat toevoegt, anders is er tegenwoordig zoiets als self publishing. En als je het boek, al dan niet via een uitgever op de markt brengt, dan kun je rechtstreeks aan de lezer verkopen of indirect, via bijvoorbeeld een winkel. Maar verkoop via een winkel doe je alleen als dat iets toevoegt aan je boek. En dus hebben noch de uitgever, noch de boekverkoper een vanzelfsprekende rol in de wereld van het boek. Geen van God gegeven recht.

En zo zullen ze ieder voor zich moeten bepalen of ze zelf toegevoegde waarde vertegenwoordigen en of een andere partij in de keten dat ook doet. En als het antwoord op beide vragen ja is, dan werk je samen. En als je hebt besloten dat je samen moet werken, dan moet je elkaar het licht in de ogen gunnen. Maar dat betekent natuurlijk niet dat je niet een lekker robbertje kunt gaan knokken over wie welk gedeelte van de koek krijgt. En natuurlijk denkt een directeur van Polare dat hij meer korting moet krijgen dan een kleinere boekwinkel en natuurlijk denkt Polare dat ze behalve een hoge korting, én een uitgebreide factuurtermijn én een recht van retour kunnen krijgen (recht van retour vind ik echt een van de meest bizarre regels in het boekenvak, je koopt in of je koopt niet in). En natuurlijk moet er iets veranderen in die BGN/Selexyz-keten, de vorige eigenaar was niet in staat er een succes van te maken en dus moet het roer om. En als iemand meent dat Polare de plank mis slaat, dan moet die duidelijk maken waarom men de plank mis slaat. En zo kom ik tot mijn conclusie. Als de opstelling van Van de Wouw betekent dat hij uitgevers het licht in de ogen niet gunt (en of dat zo is, mag u zelf invullen), dan kunnen de uitgevers daar maar één conclusie uit trekken. Van de Wouw heeft de uitgevers niet nodig. Als u denkt dat Van de Wouw u wel nodig heeft, dan speelt u het spelletje blufpoker vrolijk mee.

Naar
boven