Kunst via kunstmatige intelligentie – een beschermd Werk?
Recent werd voor het eerst een kunstwerk geveild dat niet is gemaakt door een mens, maar door computersoftware, via artificial intelligence (AI). Het werk, dat eruit ziet als een portretschildering, kreeg de titel ‘Portrait of Edmond de Belamy’, en was gesigneerd met de mathematische benaming van een algoritme:[1]
Het werk werd verkocht voor een bedrag van meer dan 430 duizend dollar, de prijs van een huis. Het bracht daarmee circa 45x meer op dan de hoogste schatting van het veilinghuis Christie’s. Het is kennelijk een gewild werk, waarschijnlijk mede vanwege het vernieuwende karakter van deze ‘kunst’.
Kunst is jarenlang gezien als een puur menselijke uiting. In dat kader hebben wetgevers het auteursrecht uitgevonden: de maker moet beschermd worden tegen de grote boze buitenwereld. Aangemerkt worden als maker van een auteursrechtelijk beschermd kunstwerk heeft best wat voordelen:
- de maker/auteursrechthebbende kan anderen verbieden het werk openbaar te maken of te reproduceren;[2]
- ook heeft de maker morele rechten, zoals recht dat zijn/haar naam wordt genoemd bij het werk en kan hij vergoedingen krijgen indien zijn werk ten onrechte wordt gebruikt.[3]
- specifiek voor kunstwerken hebben makers in sommige gevallen tot slot een volgrecht, dat is een recht om bij een doorverkoop van hun kunstwerk een percentage van de opbrengst te krijgen.[4]
Het is voor kunstenaars dan ook belangrijk om te worden aangemerkt als makers van hun kunstwerken in de zin van het auteursrecht. Voor het kunstenaarscollectief achter het portret van Edmond de Belamy zal dat niet anders zijn. Maar wat hebben zij precies gedaan om ‘hun ‘ werk te maken?
Het kunstenaarscollectief heeft in zelflerende software 15.000 historische portretten ingevoerd. Het collectief maakte gebruik van een algoritme dat een 19-jarige Amerikaanse programmeur bouwde en openbaar maakte. Van de ingevoerde schilderijen heeft de software geleerd wat de regels van portretschilderingen zijn en is zelfstandig een aantal portretten gaan maken. In totaal heeft de computer meerdere portretten gemaakt, waaronder het portret van ‘Edmond de Belamy’.
De juridische vraag is wie de maker is: de bouwer van het algoritme, het kunstenaarscollectief of de computer? De Auteurswet kent enkel de mogelijkheden om het auteursrecht toe te kennen aan een persoon of een rechtspersoon. Er is geen mogelijkheid om een auteursrecht toe te kennen aan een computer. Dat is ook niet gek, een computer heeft immers geen vermogen en kan uit zichzelf niemand verbieden om het werk te reproduceren (of in de toekomst wel?). Je zou een parallel kunnen trekken met een aap die een selfie maakt met een camera van fotograaf Slater: heeft de aap dan auteursrecht? De Amerikaanse rechter oordeelde dat in dat geval geen auteursrecht rust op de foto omdat een dier niet onder de Amerikaanse copyrightwet valt.[5]
Laten we er voor het gemak vooralsnog maar vanuit gaan dat het kunstenaarscollectief de auteursrechtelijke maker van het werk is; zij hadden het idee om het schilderij op deze manier te laten maken.
Maar een ‘maker’ heeft niets als er geen auteursrecht zou rusten op het kunstwerk. Er rust auteursrecht op werken die een ‘eigen intellectuele schepping’ van de maker zijn.[6]En er moet, volgens de Hoge Raad, “sprake zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus voortbrengsel is van de menselijke geest”.[7] De toets voor auteursrecht ligt over het algemeen laag, er is al snel sprake van auteursrecht op een werk.
Niettemin ben ik er niet van overtuigd dat er ook op kunst die door AI wordt gemaakt, auteursrecht rust. Is het portret van De Belamy wel het resultaat van ‘scheppende menselijke arbeid’ en dus een ‘voortbrengsel is van de menselijke geest’? De menselijke keuzes zijn het maken van de software (maar daar ligt op zichzelf mogelijk auteursrecht op) en het kiezen welke portretschilderijen worden ingevoerd. Als de software slechts één portret zou kunnen schilderen naar aanleiding van alle ingevoerde portretten, zou je kunnen zeggen dat de computer enkel gereedschap is om het portret te maken, zoals je in een rekenmachine een berekening invoert en er slechts één antwoord uit kan komen. De machine is slechts het middel om tot een bepaald vastgesteld resultaat te komen. De invoerkeuzes van de mens zijn dan essentieel om tot het resultaat te komen.
In dit geval bleek dat anders. De computer bleek in staat om niet één schilderij, maar meerdere schilderijen te maken naar aanleiding van dezelfde informatie. De computer maakt dus ook zelf keuzes. Ik ben er nog niet van overtuigd dat een kunstwerk in dat geval een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van de Auteurswet is. Hier is weer een parallel met de aap van Slater te maken: ook die maakte meerdere foto’s.
De vraag is of het recht zou moeten worden aangepast. Als we Christie’s mogen geloven, wordt AI-kunst de nieuwe hype van deze eeuw.[8] Misschien is het dan tijd voor een aanpassing van de auteurswet of rechtspraak zodat duidelijk wordt of ook AI-kunstenaars recht hebben op alle voordelen van het auteursrecht. Want ook die kunstenaars zouden in mijn optiek beschermd moeten worden tegen de grote boze buitenwereld.
[1] Zie de website van Christie’s met het lot nummer 363.
[2] Artikel 10 en 11 Aw.
[3] Artikel 25 Aw.
[4] Artikel 43g Aw.
[5] Zie voor meer informatie de Engelstalige Wikipedia-website ten aanzien van deze zaak tussen de fotograaf (die zijn camera aan een aap gaf) en een natuurrechtenorganisatie die namens de aap het auteursrecht claimde. Nadat de rechter oordeelde dat de aap geen auteursrecht bezit, is de natuurrechtenorganisatie in hoger beroep gegaan. De zaak is in 2017 geschikt.
[6] HvJ EG 16 juli 2009, C-5/08 (Infopaq).
[7] HR 4 januari 1991, NJ 1991/608 (Van Dale/Romme).
[8] Website van Christie’s, 16 oktober 2018, ‘Is artificial intelligence set to become art’s next medium?’.