Kruissubsidiëring

Hans Bousie
27 jun 2017

U heeft het vast wel gezien. Dat in Vlaanderen een gereglementeerde boekenprijs van kracht wordt per 1 juli. En dan kent Vlaanderen eindelijk weer een regeling die vergelijkbaar is met de Nederlandse. Zij het dat in Nederland een heuse wet in het leven is geroepen, de Wet op de vaste Boekenprijs.

Hoe was het ook al weer, waarom hebben we zo’n wet eigenlijk? Laat ik voorop stellen dat deze wet een uitzonderlijk fenomeen is. Immers in Europees verband zijn prijsafspraken op alle markten een doodzonde. Prijsafspraken, zo is de redenering, maken ondernemers lui (er is minder concurrentie), belemmeren de innovatie op de markt (waarom zou je immers) en zorgen er voor dat consumenten te veel betalen. Om al die redenen worden partijen die vaste prijzen afspreken bestempeld als kartellisten, hetgeen een soortgelijke connotatie heeft als maffia of mensensmokkelaars. Mensen zoals ik verdienen dan vervolgens hun geld door voor gedupeerden van een dergelijk kartel te procederen en de schade die is opgetreden door het hanteren van te hoge prijzen te verhalen op de karteldeelnemers. Kartelschade procedures noemen we die en dat is een heuse snel groeiende categorie van procedures waarin Nederland (kartelland bij uitstek) nota bene gidsland is, samen met Engeland en Duitsland.

Een wet die vaste prijzen dus mogelijk maakt, sterker nog, afwijkingen verbiedt, zou met het bovenstaand kader in het achterhoofd dus feitelijk onmogelijk moeten zijn. En toch hebben we een Wet op de vaste Boekenprijs. Dus moet er wel iets uitzonderlijks aan de hand zijn. En ja hoor, dat uitzonderlijke, zo verkondigen voorstanders van marktverlamming en het op kosten jagen van consumenten, is gelegen in het feit dat de Wet zorgt voor kruissubsidiëring.

Kruissubsidiëring is waar successen dienen om falen te compenseren. Dus op de boekenmarkt toegespitst, het zou dan moeten gaan om succestitels waarmee zo veel geld kan worden gemaakt dat slecht lopende titels er mee gecompenseerd worden. Nu weet een ieder in de boekenmarkt dat dat inderdaad het geval is. Met bestsellers compenseer je winkeldochters. De vraag die voor ligt is dus ook niet of kruissubsidiëring plaats vindt, maar of het bewust vooraf plaats vindt en of de Wet op de vaste boekenprijs dat fenomeen faciliteert. Met andere woorden kopen boekverkopers en uitgevers bewust titels in waarvan ze weten dat die niet lopen. Mai Spijkers verwoordde het al eens namens de uitgevers, in een vinnige discussie met een andere uitgever: “natuurlijk doen we dat niet”. Ik ben zelf vele jaren boekverkoper (bij het Nieuwe Boekhuis in Leiden) geweest en ik kan mij herinneren dat wij bewust de Russische bibliotheek inkochten om een breed aanbod te laten zien, maar ik vertel er meteen maar bij dat we dat deden voor het faillissement van die boekhandel. Bij Scheltema en Kooijker waar ik later ging werken, overheerste de nieuwe zakelijkheid en werden boeken ingekocht waarvan je verwachtte dat je die zou verkopen. En natuurlijk zaten er dan boeken tussen die goed liepen en die minder goed liepen. Kruissubsidiëring achteraf vond er dus zeker plaats. Maar wij kochten geen boeken in waarvan we verwachtten dat die niet zouden lopen.

Welnu, over kruissubsidiëring is een heus rapport verschenen, van het gerenommeerd onderzoeksinstituut SEO. De achtergrond van dit rapport is dat de commissie vaste boekenprijs van de Raad voor Cultuur (waarin ondergetekende zitting had) aan de Minister adviseerde om een onderzoek uit te voeren naar het nut van de Wet. Als er immers wordt ingegrepen in de markt, zo was en is de redenering, dan kan dat alleen gerechtvaardigd zijn als de wet aantoonbaar positieve effecten heeft, en kruis subsidiëring is zo’n mogelijk positief effect.

En komt het rapport nu tot een eenduidige conclusie over het nuttig effect van de Wet? Nee. De rapporteurs geven aan dat er geen eenduidige kwantitatieve inschattingen van de effecten van de Wet kunnen worden gegeven. Op de vraag welke additionele financiële ruimte de Wet biedt voor kruissubsidiëring valt evenmin een antwoord te geven. Tja, ik had eerlijk gezegd niet anders verwacht. De wet is dus niet aantoonbaar nuttig voor kruissubsidiëring.

Het rapport sluit af met een lezenswaardig gedachtenexperiment. Zonder de Wet verwacht men dat de consumentenprijzen zullen dalen. Ook wordt verwacht dat nieuwe toetreders de markt zullen betreden. Lagere prijzen zullen tot lagere winsten leiden, maar deze lagere prijs kan ook een nieuwe vraag naar boeken uitlokken. Men verwacht echter dat vraagstijging voor boekwinkels en uitgevers niet de prijsdaling zullen compenseren. Het wordt dus aanpoten voor het boekenvak.

Men verwacht ten slotte dat een deel van de boektitels niet meer zal worden ingekocht. Waarop die verwachting is gebaseerd vraag ik me dan af. Afschaffen van vaste prijzen in Engeland en Denemarken leidden in beide gevallen tot een breder aanbod aan titels. Tot slot filosoferen de onderzoekers dat men niet kan inschatten of op de langere termijn daadwerkelijk minder variatie in uitgegeven boektitels zal optreden als de Wet wordt afgeschaft.

Hoe je het rapport ook leest, je kunt dus simpelweg niet vast stellen dat de Wet een nuttig effect heeft op kruissubsidiëring en dat was de vraag. Met de vraag van de Minister (en de Raad voor Cultuur) in het achterhoofd kun je dus stellen dat de resultaten van het onderzoek zouden moeten leiden tot het stoppen met het ingrijpen in de markt. De Wet ter bescherming van het boekenvak kan worden afgeschaft. Werk aan de winkel boekenvakkers.

Hans Bousie

 

Naar
boven