Hoge Raad geeft nadere duiding aan begrippen speel- en kansspelautomaten
In een arrest van eind november 2024 heeft de Hoge Raad nadere duiding gegeven aan de begrippen speelautomaat en kansspelautomaat in de zin van artikel 30 van de Wet op de kansspelen (“Wok”). In dit blog bespreken we de relevante overwegingen.
Juridisch kader
In de procedure staat de kwalificatie van speel- en kansspelautomaten centraal. Deze begrippen worden in artikel 30 Wok als volgt gedefinieerd:
- Speelautomaat: een toestel, ingericht voor de beoefening van een spel, dat bestaat uit een door de speler in werking gesteld mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, waarbij het resultaat kan leiden tot de middellijke of onmiddellijke uitkering van prijzen of premies, daaronder begrepen het recht om gratis verder te spelen;
- Kansspelautomaat: een speelautomaat, die geen behendigheidsautomaat is.
Wat vooraf ging
In een reisbureau in Oss werden in 2017 vijf computers aangetroffen waarmee gewed kon worden op voetbalwedstrijden. De eigenaar van het reisbureau werd strafrechtelijk veroordeeld voor het zonder vergunning exploiteren en aanwezig hebben van kansspelautomaten. De eigenaar ging in beroep. Hij was namelijk van mening dat de computers die zich in zijn reisbureau bevonden niet kwalificeerden als speelautomaten of kansspelautomaten in de zin van artikel 30 Wok.
Het Gerechtshof ‘s Hertogenbosch (“Hof”) ging niet mee in het standpunt van de eigenaar (ECLI:NL:GHSHE:2023:555). Het Hof overweegt dat de apparaten een houten behuizing hadden, waarin een computerscherm, een toetsenbord, een muis, een scanner en een eenheid voor de invoer van munten waren bevestigd. Deze apparaten waren, ook naar hun uiterlijke verschijningsvorm, uitsluitend bedoeld om op (voetbal)wedstrijden te gokken. De eigenaar heeft tijdens de zitting ook verklaard dat de apparaten waren bedoeld om “in te leggen op voetbalwedstrijden”.
Gelet op de bestemming van de apparaten is het Hof daarom van oordeel dat sprake is van speelautomaten, zijnde kansspelautomaten. Dat de daadwerkelijke wedstrijd wordt beïnvloed door de voetballers op het veld, deed hieraan volgens het Hof niet af.
Hoge Raad
De Hoge Raad neemt op grond van de totstandkomingsgeschiedenis van artikel 30 Wok aan dat voor de vraag of een apparaat als speelautomaat kwalificeert vereist is dat het spel zelf moet bestaan uit een mechanisch, elektrisch of elektronisch proces, dat door de speler in werking wordt gesteld.
Volgens de Hoge Raad getuigt het oordeel van het Hof in een onjuiste rechtsopvatting.
Bij een sportweddenschap is het ‘spel’ waar artikel 30 Wok op doelt namelijk de sportwedstrijd waarop de weddenschap wordt afgesloten. Dit spel wordt niet door de speler van de weddenschap in werking gesteld, maar door de scheidsrechter op het voetbalveld. Vervolgens is het niet het mechanisch, elektrisch of elektronisch proces wat leidt tot het resultaat, maar zorgen de kunsten van de sporters op het veld daarvoor. Dat een computer (mede) is bestemd voor het afsluiten van sportweddenschappen brengt dan ook niet mee dat deze is aan te merken als een ‘speelautomaat’ en dus ook niet als een ‘kansspelautomaat’ in de zin van artikel 30 Wok.
De Hoge Raad sluit hiermee aan bij haar uitspraak van 2 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:157.
Vragen over dit onderwerp? Neem graag contact op met Machteld Robichon, Anna Sträter of Lisa Uppelschoten.
Met dank aan Don Bakker