Hervorming van de publieke omroep en verkiezingen: partijkeuzes in beeld

Machteld Robichon & Anna Sträter & Bente van Kan & Wouter Fledderus & Ole Oerlemans
27 okt 2025

In de Verenigde Staten leidde de beslissing van netwerk ABC om de talkshow van Jimmy Kimmel tijdelijk van de buis te halen tot opschudding. De Amerikaanse telecomwaakhond FCC dreigde na republikeinse druk maatregelen te nemen tegen het netwerk na opmerkingen van Kimmel over de moord op Charlie Kirk. Commentatoren spraken van een beangstigende en gevaarlijke ontwikkeling voor de onafhankelijkheid van media. Hetzelfde gevoel ontstond bij het recent aangekondigde nieuwe mediabeleid van Amerikaanse ministerie van Defensie waarbij publicatie van ongeautoriseerde informatie werd verboden. Dergelijke voorbeelden benadrukken de kwetsbaarheid van de pers en het belang dat de functie en onafhankelijkheid van de publieke omroep in Nederland zorgvuldig wordt gewaarborgd.

Eerder schreven wij over de plannen voor hervorming van de landelijke publieke omroep; plannen die volgens voormalig minister van Onderwijs en Cultuur Eppo Bruins gericht waren op het waarborgen van die onafhankelijkheid in de landelijke publieke omroep. Inmiddels zijn de contouren van die hervorming verder uitgewerkt.

Kaders voor omroephuizen en tijdschema’s

De concessie- en erkenningsperiode van de publieke omroep is met twee jaar verlengd, tot eind 2028. Daarmee ontstaat de ruimte om de hervorming daadwerkelijk per 1 januari 2029 door te voeren. Wordt dat tijdpad niet gehaald, dan kan pas in 2032 een nieuw bestel worden ingevoerd. Deze verlenging is inmiddels vastgelegd in wetgeving en door zowel de Tweede als Eerste Kamer aanvaard.

In het notaoverleg op 21 mei 2025 werd besproken hoe het nieuwe bestel juridisch en bestuurlijk ingericht kan worden: er bestaat breed draagvlak voor de vorming van omroephuizen, het sluiten van het bestel voor nieuwe organisaties, maar ook voor het behouden van ruimte voor nieuwe geluiden. Minister Bruins gaf aan hoe de taakverdeling tussen NPO en de omroephuizen vorm gaat krijgen, met meer vrijheid voor omroephuizen binnen vooraf afgesproken kaders, terwijl de NPO een coördinerende rol blijft vervullen. Er is nadruk op governance, transparantie en verantwoording: de omroephuizen moeten bestuurlijk robuust zijn en aan wettelijke kaders voldoen.

Er werden eerder aangenomen moties besproken en toezeggingen gedaan over de rol van de NTR, de rol van een procesregisseur die het clusteringproces gaat begeleiden, en over het tijdspad richting wetgeving. Ook werd besproken hoe externe pluriformiteit kan worden beschermd, welke waarborgen er komen voor kwaliteitsjournalistiek, en hoeveel ruimte er blijft voor regionale en lokale omroepen. Minister Bruins stelde dat hij begin 2026 met een wetsvoorstel in internetconsultatie wil komen, zodat de hervorming op 1 januari 2029 ingevoerd kan worden, mits alle stappen tijdig gezet zijn.

Politieke en maatschappelijke reacties

De Kamerbrief bevatte zoals eerder benoemd ook het voorstel om de NTR op te heffen, wat leidde tot massale maatschappelijke steunbetuigingen voor behoud. Een petitie voor behoud werd meer dan 60.000 keer ondertekend, waarna minister Bruins aangaf dat de NTR toch een plek in het mediabestel zal behouden, mogelijk in combinatie met de NOS.

Verdere reacties op de Kamerbrief waren vóór een hervorming van het stelsel, maar niet zonder kritiek. Het Commissariaat voor de Media onderschreef de richting, maar waarschuwde dat minder omroepen kan leiden tot minder pluriformiteit. De Raad voor Cultuur wees er eveneens op dat educatie en cultuur expliciet moeten worden geborgd. De NPO en het College van Omroepen benadrukten dat zij de hervorming steunen, maar wezen op de forse bezuiniging van €157 miljoen per jaar. Naar aanleiding van deze bezuiniging kondigde de NPO aan dat NPO 2 en NPO 3 gaan veranderen waardoor er minder programma’s nodig zijn om de zendtijd te vullen. Ook werd de minister gewezen op de risico’s van een mogelijke verruiming van de STER-reclame.

Advies over hervorming en clustering van 3Rivers

Eerder deze maand kwam het advies van de procesregisseur ‘3Rivers beschikbaar over hoe de huidige omroepen zich zouden kunnen clusteren tot omroephuizen. Daaruit blijkt evenwel dat het de omroepen nog niet is gelukt om gezamenlijk tot een breed gedragen clustering te komen. Er wordt namelijk verschillend gedacht over de invulling van de gestelde kaders en er blijken verschillen in belangen en voorkeuren te zijn.

Demissionair minister Gouke Moes (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) stelt in zijn Kamerbrief van 3 oktober 2025 dat het van wezenlijk belang is dat de politiek duidelijke kaders vaststelt en deze aanscherpt. Het doel is om de publieke omroep duurzaam, slagvaardig en bestuurbaar te organiseren, in overeenstemming met diens maatschappelijke opdracht. Onder die kaders valt onder meer vastlegging in de Mediawet 2008 van het aantal omroephuizen. Binnen de vastgestelde kaders is het vervolgens aan de omroepen om op gestructureerde wijze te clusteren in de voorgeschreven omroephuizen. De minister waarschuwt omroepen dat het onverstandig is om vooruitlopend op die wetgeving zelfstandig initiatieven voor clustering te nemen en kondigt aan hierover met hen in overleg te gaan.

Verkiezingsprogramma’s

Nu de kaders na de verkiezingen vorm zullen moeten gaan krijgen is van belang wat de verschillende partijen over de publieke omroep in hun verkiezingsprogramma’s hebben opgenomen:

  • PVV wil de publieke omroep afschaffen en het Mediapark herbestemmen tot woonwijk.
  • GroenLinks-PvdA pleit juist voor een sterke publieke omroep met vier omroephuizen en een taakomroephuis voor NOS en NTR, stabiele financiering en minder reclame. Ook is de partij voor het schrappen van het ledencriterium en onafhankelijke redacties.
  • CDA en VVD steunen hervorming, maar leggen de nadruk op kerntaken en versterking van lokale en regionale omroepen. De VVD wil tevens het ledencriterium afschaffen en meer toezicht door het Commissariaat voor de Media en de ACM.
  • D66 ziet de publieke omroep als instrument tegen desinformatie en wil meer middelen voor onderzoeksjournalistiek. Ook lokale en regionale journalistiek zijn volgens de D66 belangrijk.
  • SP en PvdD pleiten voor structurele steun en een reclame-arme publieke omroep. In plaats van bezuinigen op de publieke omroep zou er als het aan deze partijen ligt juist geïnvesteerd moeten worden in de NPO.
  • BBB benadrukt dat de stem van de regio moet doorklinken. De publieke omroep dient enkel als bron voor neutrale nieuwsvoorziening en educatie maar moet verder sober zijn.
  • JA21 wil de NPO fors afslanken tot twee zenders, uitsluitend gericht op bijvoorbeeld nieuws, sport, documentaire, geschiedenis, debat en duiding.
  • DENK legt nadruk op diversiteit en representatie in het media-aanbod, waarbij behoud van de NTR een grote rol speelt.

Deze uiteenlopende standpunten laten zien dat hervorming van de publieke omroep onderwerp is van een bredere ideologische strijd: gaat het primair om efficiëntie en kostenbeheersing, of om pluriformiteit, onafhankelijkheid en maatschappelijke representatie?

De bredere context

Het hervormingsdebat raakt aan bredere zorgen over de rol van media in de democratische rechtsstaat. Desinformatie en polarisatie hebben de potentie het publieke debat te ondermijnen. In een tijd waarin sociale media, algoritmes en buitenlandse platforms steeds dominanter worden, kan een sterke publieke omroep een anker van betrouwbaarheid en onafhankelijkheid zijn.

Minister Bruins formuleerde de kernwaarden van de hervorming als kwaliteit, verbinding, betrouwbaarheid, onafhankelijkheid en impact. De komende maanden zal moeten blijken of de hervormingsvoorstellen, met alle politieke spanningen en financiële beperkingen, deze waarden daadwerkelijk kunnen waarborgen.

De hervorming van de publieke omroep is juridisch complex en politiek beladen. Met de verlenging van de concessieperiode is de weg vrijgemaakt om het bestel in 2029 te vernieuwen. Of dit (tijdig) lukt zal mede afhangen van de verkiezingsuitslag en het te vormen kabinet plus de maatschappelijke bereidheid om te blijven investeren in een onafhankelijke en pluriforme publieke omroep.

We blijven de ontwikkelingen volgen! Heeft u intussen vragen over dit onderwerp, neem gerust contact op met Machteld Robichon, Ole Oerlemans of Bente van Kan.

Naar
boven