Cryptodienstverleners (CASPs): AFM constateert verbeterpunten in reclame-uitingen en informatieverstrekking over kosten

Joris Viellevoije & Casper Rooijakkers
27 jan 2025

De populariteit van cryptoactiva neemt toe. Volgens onderzoek van het Ministerie van Financiën bezitten in 2024 ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders cryptoactiva, een verdubbeling ten opzichte van 2022. Tegelijkertijd staan aanbieders van cryptoactivadiensten (“CASPs”), steeds meer in de schijnwerpers van toezichthouders. Vooral nu CASPs in principe per 30 december 2024 moeten voldoen aan de vereisten op grond van de Markets in Crypto-Asset Regulation (Verordening EU 2023/1114)(“MiCAR”).

Voor CASPs die bewaarportemonnees of diensten om crypto’s en fiat-geld te wisselen aanbieden en daarvoor reeds een registratie hebben bij De Nederlandsche Bank (“DNB”), geldt dat zij per 30 juni 2025 een MiCAR-vergunning nodig hebben van de Autoriteit Financiële Markten (“AFM”). Een alternatief is dat zij de vereiste notificatie-procedure doorlopen (zogenaamde EU-paspoort). Tot die tijd geldt voor deze partijen het nationale regime (op basis van de Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn).

CASPs die onder de MiCAR vallen, moeten voldoen aan bepaalde vereisten op het gebied van informatieverstrekking. In dat kader heeft de AFM verkennende onderzoeken gedaan naar de reclame-uitingen van CASPs en hun informatieverstrekking over kosten. Dit is van belang, omdat daarmee wordt voldaan aan de verplichting om eerlijk, billijk en professioneel te handelen in het belang van (potentiële) cliënten, zoals de MiCAR vereist (artikel 66 MiCAR).

Tijdens dit verkennende onderzoek heeft de AFM geconstateerd dat de verplichtingen omtrent de informatieverstrekking, wat betreft reclame-uitingen en kosteninformatie, niet altijd correct worden nageleefd door CASPs.

In deze blog delen wij de belangrijkste bevindingen van de AFM en de betekenis hiervan voor de (handhavings)praktijk.

Informatieverplichtingen voor CASPs op grond van de MiCAR

Informatieverstrekking door CASPs moet correct, helder en niet-misleidend zijn en reclame-uitingen moeten als zodanig herkenbaar zijn (artikel 66 lid 2 en 3 MiCAR). CASPs moeten cliënten daarnaast waarschuwen voor de risico’s die aan een transactie in cryptoactiva verbonden kunnen zijn. Ook dienen CASPs hun tarief-, kosten en vergoedingenbeleid publiekelijk beschikbaar stellen op een prominente plaats op hun website (artikel 66 lid 4 MiCAR).

De AFM houdt toezicht op naleving van deze informatieverplichtingen door CASPs. In haar onderzoeksrapport geeft de AFM aan dat zij voor haar MiCAR-toezicht op CASPs, waar passend en relevant, mede kijkt naar informatievereisten uit bestaande wet- en regelgeving zoals de Markets in Financial Instruments Directive II (“MiFID II”) en artikel 4:19 van de Wet op het financieel toezicht (“Wft”).

Het kan voor CASPs daarom nuttig zijn om te kijken naar de onlangs geactualiseerde Beleidsregel Informatieverstrekking die de AFM op 30 september 2024 heeft gepubliceerd. Alhoewel de AFM in deze beleidsregel geen concrete interpretaties van informatieverstrekking volgens de MiCAR geeft, valt uit dit document wel op te maken hoe de AFM regelgeving rondom informatieverstrekking voor vergelijkbare financiële ondernemingen opvat en toegepast wil zien.

Bevindingen onderzoek AFM

Volgens de AFM zijn de belangrijkste bevindingen uit haar onderzoek als volgt:

  • De AFM heeft geconstateerd dat de verplichtingen omtrent de informatieverstrekking wat betreft reclame-uitingen en kosteninformatie op grond van de MiCAR lang niet altijd correct worden nageleefd door CASPs.
  • Bij reclame-uitingen van CASPs ziet de AFM dat in sommige gevallen geen of onvoldoende duidelijke waarschuwingen worden gegeven over de risico’s van (transacties in) cryptoactiva. De AFM adviseert om duidelijk het betreffende risico weer te geven, bijvoorbeeld dat de cliënt het risico loopt diens inleg te verliezen.
  • CASPs moeten bij zogenaamde staking-diensten, waarbij cliënten kort gezegd hun cryptoactiva uitlenen in ruil voor een vergoeding, de betreffende risico’s aangeven. De AFM wijst er bijvoorbeeld op dat de betreffende vergoeding variabel kan zijn en dat dit benoemd moet worden. In onze ogen kan ook relevant zijn dat helder wordt neergezet voor welke periode de cliënt geen beschikking heeft over de uitgeleende cryptoactiva en wat een eventuele boete zou zijn als de klant gestakete cryptoactiva eerder terug wil hebben.
  • De AFM vindt dat reclame-uitingen die spreken over ‘veilig’ sparen of handelen in cryptoactiva misleidend kunnen zijn als de gepaarde risico’s worden gebagatelliseerd. In Nederland wordt bijvoorbeeld de term ‘sparen’ namelijk vaak geassocieerd met bescherming van het depositogarantiestelsel, wat bij cryptoactiva niet van toepassing is en dus ook niet per se als veilig kan worden gezien.
  • Informatie over tarieven en kosten is volgens de AFM vaak niet vindbaar of niet volledig. Deze informatie wordt volgens haar vaak verspreid weergegeven (bijvoorbeeld in FAQ’s of algemene voorwaarden), ontbreekt deels (vaak worden stortings- of opnamekosten niet vermeld), of het vergoedingenbeleid is niet prominent beschikbaar op de webpagina (bijvoorbeeld met één klik vanaf de homepage).

Toezicht AFM: risico op handhaving 

Aangezien de MiCAR volledig van kracht is verwacht de AFM dat CASPs ervoor zorgen dat hun informatieverstrekking, waaronder bij reclame-uitingen, voldoen aan de MiCAR-normen.

De AFM gaat risicogestuurd toezicht houden op reclame-uitingen en zij gaat de komende periode kritisch kijken naar de naleving van de vereisten in de MiCAR. In het bijzonder vindt de AFM het belangrijk dat partijen hun interne beleid hierover vormgeven.

Goed om te vermelden is dat de AFM stelt dat de bevindingen die zij heeft gedaan in haar ogen zouden kunnen kwalificeren als overtredingen. Hier kan de AFM dus op korte termijn op gaan handhaven, hetgeen tot bestuursrechtelijke maatregelen kan leiden. Daarnaast kan dit voor partijen die onder het overgangsregime vallen, mogelijk een negatieve impact hebben op een vergunningaanvraag.

Zoekt u assistentie in de communicatie met de AFM of wilt u van gedachten wisselen over uw marketingbeleid? Neem dan gerust contact met ons op: bureau Brandeis – Financial Service Litigation.

Naar
boven