Auteurscontractenrecht voornamelijk symboolwetgeving

Hans Bousie
02 jul 2012

En dan is er eindelijk een wetsvoorstel auteurscontractenrecht. Al tijden aangekondigd, maar nu dan naar de Tweede Kamer. Even voor de goede orde, dan zitten we dus nog maar in de conceptfase. De Tweede Kamer (en de 1e) kunnen altijd nog voor aanpassingen van het voorstel zorgen. In de praktijk van het boekenvak, zal er niet zo veel veranderen, we hebben hier voornamelijk te maken met symboolwetgeving.

Uitgaande van een veronderstelde ongelijkheid tussen makers en exploitanten heeft de overheid besloten die verhouding dan maar grondig te gaan recht trekken. Daarbij werden initieel draconische maatregelen in het vooruitzicht gesteld. Zo zouden voortaan auteursrechtoverdracht en licenties langer dan vijf jaar niet worden toegestaan. Niet voor niets is er door onder andere uitgevers fel gereageerd op dit onzalige voorstel. Wel dat voorstel is er dan ook uit. En voor het overige, u moet het maar eens nalezen, verandert er niet zo verschrikkelijk veel. Ik verwacht in de praktijk van het uitgeversvak zelfs nagenoeg niets. Alle enthousiaste reacties van de VvL en Auteursdomein op Boekblad ten spijt.

Om te illustreren wat ik bedoel met symboolwetgeving, een voorbeeld. In het voorstel is opgenomen een zogenaamde“aanvullende billijke vergoeding”, beter bekend als de bestsellerclausule (artikel 25d Auteurswet). Die houdt in dat als een werk opeens zeer succesvol blijkt te zijn, de maker alsnog aanspraak kan maken op extra beloning. Fijn voor de gemiddelde auteur zou je zeggen. Je zou denken dat er ook een spiegelbeeldige bepaling zou zijn bij onverhoopt tegenvallende resultaten, dat zou immers mooi zijn voor de uitgever die met een flop wordt geconfronteerd. Die is er echter niet. De gedachte daarachter laat zich eenvoudig verklaren, uitgevers hebben geen bescherming nodig en auteurs wel.

Maar wie even verder leest, naar hoe de bestsellerclausule uitwerkt, komt van een koude kermis thuis. In de Memorie van Toelichting wordt namelijk wel de vingerwijzing aan de rechter gegeven dat een exploitant in staat moet zijn voldoende winst te maken, teneinde de verliezen op andere uitgaven op te vangen. Leest u die zin nog eens. Hier staat dus eigenlijk het volgende. Als een boek een bestseller wordt, kan de schrijver een beroep doen op de bestsellerbepaling, als het een flop wordt de uitgever niet. Maar aangezien de uitgever zijn flops wel mag meenemen in het bepalen van de redelijke winst op een wel succesvolle uitgave, is het effect dat de schrijvers eigenlijk elkaar gaan subsidiëren. Een flop kost de schrijver zelf dus nooit geld, maar succes wel, immers de succesvolle auteur krijgt de rekening gepresenteerd van de minder succesvolle schrijvers van het huis. En zo wordt hier dus eigenlijk een nivelleringsmaatregel  getroffen.

Naar
boven