Burgers tegen Plasterk formuleert grieven tegen vonnis rechtbank

bureau Brandeis
08 feb 2016

De coalitie burgers tegen Plasterk heeft haar hoger beroep toegelicht bij het Hof Den Haag in de zaak over het uitwisselingsregime tussen geheime diensten. Dat heeft zij gedaan in de zogenaamde Memorie van Grieven, die op 2 februari is ingediend bij het Hof Den Haag.

In dit stuk zet de coalitie uiteen waarom het vonnis van de rechtbank Den Haag onjuist is.

De rechtbank Den Haag heeft in haar vonnis, kort gezegd, geoordeeld dat de samenwerking en gegevensuitwisseling op basis van vertrouwen tussen onze diensten en de Amerikanen en andere diensten, gewoon mag worden voortgezet. Het zwaarwegende belang van de nationale veiligheid geeft volgens de rechtbank de doorslag. Daarmee heeft de rechtbank de diensten in wezen een carte blanche gegeven om zonder rechtsbescherming grote hoeveelheden gegevens van haar burgers te verzamelen via buitenlandse inlichtingendiensten, louter vanwege het predicaat “nationale veiligheid”.

De coalitie Burgers tegen Plasterk is het met het vonnis niet eens en is daartegen in hoger beroep gegaan. De coalitie is er in deze zaak niet op uit om de samenwerking met buitenlandse diensten als zodanig uit te bannen. Zij vindt wel dat er bij het samenwerken en bij het ontvangen van gegevens waarborgen in acht moeten worden genomen. Gebeurt dat niet, dan komen gegevens die door de NSA en andere diensten in strijd met de Nederlandse wet zijn verkregen in handen van de Nederlandse inlichtingendiensten. Dit komt neer op het witwassen van data.

Christiaan Alberdingk Thijm van bureau Brandeis: “Door NSA-data te gebruiken wordt illegaal verkregen data door Plasterk en zijn diensten witgewassen. Deze zaak moet daar een einde aan maken.”

Lees de volledige Memorie van Grieven hier.

Wat nu?

De Staat zal nu eerst reageren op de grieven in een zogenaamde “Memorie van Antwoord”. Daarna zal het hof een zitting plannen en uitspraak doen in hoger beroep.

Ondertussen is de coalitie Burgers tegen Plasterk toegelaten om te interveniëren in de procedure voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) die Big Brother Watch e.a. hebben aangespannen tegen het Verenigd Koninkrijk. Dit is een belangrijke ontwikkeling, omdat het EHRM hiermee al in een vroeg stadium een uitspraak doet die relevant is voor onze zaak.

De zaak Burgers tegen Plasterk

Eind 2013 dagvaardt de coalitie de Nederlandse Staat, vertegenwoordigd door minister Plasterk van Binnenlandse Zaken. Aanleiding vormen de onthullingen van Edward Snowden over de praktijken van (buitenlandse) inlichtingendiensten. De coalitie eist dat de Staat stopt met het gebruiken van gegevens die niet in overeenstemming met de Nederlandse wet zijn verkregen.

De zaak leidt in februari 2014 bijna tot de val van Plasterk. Het blijkt dat Plasterk de Kamer verkeerd heeft geïnformeerd over de uitwisseling met buitenlandse diensten. De Nederlandse diensten hebben 1,8 miljoen gegevens aan de Amerikanen verstrekt en niet andersom, zoals hij eerder had verkondigd.

In juli 2014 wijst de rechtbank de vorderingen van de coalitie af, waarna zij in hoger beroep is gegaan bij het Hof.

In januari 2016 werd bekend dat de coalitie zich mag voegen bij een Engelse procedure bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.

De deelnemende burgers zijn: Rop Gonggrijp, Jeroen van Beek, Bart Nooitgedagt, Brenno de Winter en Mathieu Paapst. De aangesloten organisaties zijn: de Nederlandse Vereniging voor Strafrechtadvocaten, de Nederlandse Vereniging voor Journalisten, de Internet Society Nederland en Stichting Privacy First.

De zaak wordt vanuit bureau Brandeis behandeld door Christiaan Alberdingk Thijm en Caroline de Vries. Zij maken hiervoor gebruik van de middelen in het pro deo fonds van bureau Brandeis.

Naar
boven